Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Infecties en infectieziekten
AFP periode 3
Zorgpad ziekteleer
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
Je beschrijft welke veelvoorkomende infectieziekten er zijn en wat je kunt doen om infecties te voorkomen.
Je noemt vier groepen micro-organismen en je noemt daarbij voorbeelden.
Je noemt manieren om infectieziekten in zorginstellingen te voorkomen.
Je legt het verschil tussen HIV en AIDS uit.
Je noemt aandachtspunten voor de zorg van mensen met HIV of AIDS.
Slide 2 - Diapositive
Welke infectieziekten heb jij al eens gehad?
Slide 3 - Carte mentale
Infecties worden veroorzaakt door micro-organismen
Slide 4 - Carte mentale
Alle micro-organismen zijn ziekteverwekkend
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Besmettingsbronnen
Bekende menselijke besmettingsbronnen zijn:
de anus (ontlasting)
de neus (slijm)
de mond (speeksel, sputum)
een wond (bloed, weefselvocht, pus)
een puist (pus)
Slide 7 - Diapositive
Besmettingsbronnen
Beruchte niet-menselijke besmettingsbronnen zijn onder meer:
douches, kranen, afvoerputten (water)
(openbare) toiletten (urine, ontlasting)
voorraadbussen (besmette voorraden)
sprays, tubes, zalfpotten en dergelijke (besmette medicinale stoffen)
vaatdoeken, handdoeken en schoonmaakmaterialen (besmette materialen)
Slide 8 - Diapositive
Besmetting heeft altijd infectie tot gevolg
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
HIV
De afkorting hiv betekent Human Immunodeficiency Virus, oftewel: ‘Menselijk virus dat de afweer afbreekt’.
Naar schatting leven er in Nederland zo'n 25.000 mensen met hiv.
Daarvan weet 30% niet dat hij/zij hiv heeft.
Slide 11 - Diapositive
Wat is HIV en wat is AIDS?
Aids is een ernstige dodelijke ziekte
Hiv is het virus dat aids veroorzaakt
Hiv breekt stap voor stap het afweersysteem af dat je beschermt
Je spreekt van aids als je lichaam niet meer kan vechten tegen infecties, die je normaal gesproken wel de baas zou zijn
Iemand met aids wordt alsmaar zwakker en vatbaarder, waaraan hij/zij zonder behandeling zou sterven
Slide 12 - Diapositive
Hoe loop je HIV op?
Slide 13 - Carte mentale
Hoe loop je HIV op? NL
In 95% van de gevallen onveilig seksueel contact
Onveilig seksueel contact
Gebruikte naalden
Als baby van een hiv-positieve moeder
Via een bloedtransfusie
Prikken aan een naald/spuit met hiv besmet bloed
Slide 14 - Diapositive
HIV bevind zich in:
Bloed
Moedermelk
Sperma
Vaginaal vocht
Slide 15 - Diapositive
Welke tips zou je kunnen geven om een HIV besmetting te voorkomen?
Slide 16 - Question ouverte
AIDS
Aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome (‘Verkregen ziekte waarbij de afweer niet werkt’).
Je lichaam wordt steeds zwakker omdat het door hiv geen beschermlaag meer heeft tegen aanvallen van buitenaf. Infecties die je lichaam zonder hiv zo zou 'opruimen', slaan nu keihard toe. Zo wordt een eenvoudige verkoudheid al snel een gevaarlijke longontsteking.
Slide 17 - Diapositive
HIV test
De HIV test wordt vergoed door de ziektekostenverzekeraar. Ook gratis bij de GGD.
Meestal is men pas 3 maanden na de besmetting HIV positief (seropositief)
De arts of verpleegkundige heeft altijd een zwijgplicht
Slide 18 - Diapositive
Behandeling HIV
Sinds 1996 is er een behandeling mogelijk met aids remmers
Eén tot twee pillen per dag op een vast tijdstip
Meerdere combinaties mogelijk
In geval van resistentie volgt een andere combinatie
Slide 19 - Diapositive
Elke dag gaan er wereldwijd ruim 2000 mensen dood omdat ze geen medicijnen krijgen.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Je kan HIV/AIDS krijgen door te zoenen.
A
Waar
B
Niet waar
C
Weet ik niet
Slide 22 - Quiz
Kun je genezen van hiv/aids?
A
Ja, met hiv-remmers
B
Nee, dat is niet mogelijk
Slide 23 - Quiz
Ik heb nog een kuur van mijn vorige blaasontsteking, nu heb ik weer klachten, dan kan ik deze toch gewoon weer gebruiken?
A
Dat kan prima
B
Nee!
Slide 24 - Quiz
Vloeren in het ziekenhuis of verpleeg/verzorgingshuis maak je liever .... schoon
A
Droog
B
Nat
Slide 25 - Quiz
Opdracht: Zorg op maat
1. Welke behandeling is er voor HIV en AIDS?
2. Maak een folder voor collega's met richtlijnen van het verzorgen van een aids patiënt. Denk hierbij aan specifieke aandachtspunten voor de verzorgende en leefstijladviezen.
Slide 26 - Diapositive
Richtlijnen van het verzorgen van een aids patiënt
Was altijd goed je handen met zeep, ook als je handschoenen gebruikt!
Plak wondjes op je handen af
Draag een schort wanneer er bloed bij komt kijken
Bescherm slijmvliezen van mond en neus met een mondkapje als er kans is dat er bloed gespat gaat worden
Gebruikte naalden, mesjes en andere scherpe voorwerken meteen in de naaldencontainer gooien
Oppervlakte met bloed meteen desinfecteren
Incontinentiemateriaal, tampons, verband, pleisters en andere materialen waar bloed aan zit, eerst in een afvalzak gooien en dichtknopen en daarna pas in de container gooien.