Verslaving

Verslaving
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verslaving

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Periode 4
Periode 4
AZK
TM
Week 1
Intro, terminologie, wet en regelgeving
13
Week 2
Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Week 3
Stemmingsstoornissen  
13
Week 4
Angststoornissen
13
Week 5
Persoonlijkheids-
stoornissen
13
Week 6
Eetstoornissen
13
Week 7
Verslaving
13
Week 8
Toets
13
Week 9
Spec. doelgroepen- GHZ en ouderen
13

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
Wat is een verslaving
Welke soorten verslavingen zijn er?
Alcohol en Korsakov

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar ben jij aan verslaafd?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zijn cliënten aan verslaafd?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat versta jij onder een verslaving?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kun je allemaal
verslaafd aan zijn?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kenmerken van verslaving heb je in dit filmpje gezien?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaving in DSM-V
Drie van de volgende kenmerken aanwezig binnen 12 maanden:
  • Tolerantie (steeds meer nodig)
  • Steeds grotere hoeveelheid nodig
  • Ontwenningsverschijnselen
  • Pogingen om te stoppen mislukken
  • Veel tijd in verkrijgen van middel
  • Belangrijke sociale activiteiten of werk worden opgeheven
  • Ook al weet verslaafde dat middel gevaarlijk is, gebruik gaat door

Slide 11 - Diapositive

Tolerantie betekent dat iemand steeds meer nodig heeft van een middel om dezelfde prettige effecten te voelen
Oorzaken
  • Biologisch: genetische aanleg 
  • Onvoldoende steun in jeugd, vlucht naar drank/drugs
  • Leer theorieën: 
           - Operante conditionering: helpt bij stress
           - Klassieke conditionering (geur van drank)
  • Sociale factoren
           - Erbij horen
           - Sociale druk

Slide 12 - Diapositive

Gevoelig zijn voor verslaving zit in DNA
Twee hoofdsoorten
  • Gewoonteverslaving
  • Middelenverslaving

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewoonteverslaving
  • Telefoon
  • Gamen
  • Gokken
  • Internet
  • Sex
  • Etc.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Middelenverslaving
  1. Stimulerende middelen: Cocaïne, amfetamine, nicotine, methylfenidaat (ritalin)
  2. Verdovende middelen:  Alcohol, opiaten (heroïne, morfine), benzodiazepinen (valium, pammetjes)
  3. Hallucinerende middelen: LSD, marihuana

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Kies een van de volgende middelen:
  • Cocaïne, amfetamine, nicotine, methylfenidaat (ritalin)
  • Alcohol, opiaten (heroïne, morfine), benzodiazepinen (valium, pammetjes)
  • LSD, marihuana

Maak een poster met:
Wat voor middel het is, welke uitwerking het heeft bij kortdurend gebruik en bij langdurig gebruik, hoe snel is men van dit middel afhankelijk, welke lichamelijke en welke psychologische gevolgen heeft dit middel.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog een onderscheid..
  • Softdrugs: beperkt risico
  • Harddrugs: groot, onaanvaardbaar risico

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alcohol
Een paar glazen:
  • Stemming
  • Reactievermogen
  • Gezichtsvermogen
       
Meer dan 20 glazen:
  • Kans op een coma
  • Nog meer? Ademhalingsstilstand


Slide 19 - Diapositive

Waarom vinden we alcohol minder ernstig dan drugs?

Maatschappelijk genormaliseerd (normaal gevonden). Iedere ouder drinkt, arts enz, waardoor het geen probleem meer lijkt te zijn.

Echter is er een vergiftigingsproces in het lichaam bezig. Lever kan deze stoffen niet afbreken.
Verslaafd?
  • Drinken om van stemming te veranderen
  • Niet genoeg hebben aan 1 of 2 drankjes
  • Beloftes of pogingen te stoppen
  • Lichamelijke problemen
  • Ontwenningsverschijnselen
  • Verzuim op het werk
  • Ruzie over drank

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Korsakov

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan
  • Door tekort aan vitamine B1.
  • Combinatie van alcohol met slechte voeding kan leiden tot een ernstig gebrek aan vitamine B1.
  • Delen van hersenen raken beschadigd 
  • Eerst ziekte van Wernicke en bij niet behandelen Korsakov



Slide 22 - Diapositive

Veel drinken, geen goede/volwaardige voeding verder. Dan Vit B 1 te kort.

Door langdurige Vit B1 te kort eerst ziekte van Wernicke (vroege fase van Korsakov). Beschadiging hart, zenuwen en hersenen.
In latere fase wordt het Korsakov.

Het kan zich ook ontwikkelen bij mensen met anorexia nervosa, mensen die veel overgeven als ze zwanger zijn, of door een andere aandoening.
Symptomen
  • Ernstige problemen geheugen
  • moeite met het plannen van activiteiten
  • moeite met mensen herkennen
  • in de war zijn over de tijd, de datum of waar diegene is
  • verzonnen herinneringen
  • problemen met lopen en evenwicht
  • tot niets komen (apathie)
  • agressief of wantrouwend gedrag

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions