Examentraining vwo

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Examentraining vwo

Tuesday 16 April 2024

Vul het signaalwoord in:
I enjoy reading books __ they expand my knowledge and vocabulary.

1. therefore
2. since
3. however

The weather was terrible. _____, we decided to stay indoors

1. consequently
2. furthermore
3. nevertheless

odd one out

1. for example
2. for instance
3. thus
4. such as

od one out

1. as a result
2. similarly
3. in short
4. that's why

het examen van Engels duurt 3 uur

1. klopt
2. klopt niet

welke categorie hoort het signaalwoord: yet

1. voorwaarde
2. tijd/volgorde
3. vergelijking
4. tegenstelling

bovendien

in addition

conversely

initially

hence

daarentegen

aanvankelijk

daarom, zodoende

bovendien

daarentegen

welke categorie hoort het signaakwoord: indeed

1. reden/oorzaak
2. uitbreiding/opsomming
3. voorwaarde
4. tegenstelling

Er staan altijd scan teksten in het examen

1. klopt
2. klopt niet
3. meestal wel
4. waarschijnlijk wel

je hebt op het examen 3 minuten per vraag

1. klopt
2. klopt niet

het examen begint met scan teksten

1. klopt
2. klopt niet
3. meestal
4. soms

Een grote woordenschat helpt me een goed resultaat te behalen.

1. nee, je hebt een woordenboek
2. ja, duhhh

als bij een MC antwoord twee antwoorden erg veel op elkaar lijken dan is één v/d twee het antwoord

1. klopt
2. klopt niet

Bestaat de vraag uit beweringen, dan staan de beweringen meestal in de goede volgorde.

1. klopt
2. klopt niet

Hoe ga je te werk bij een tekst met 3 alinea's of meer?

1. vraag lezen-zoeken in tekst
2. tekst lezen-vraag beantwoorden
3. tekst globaal lezen - vraag beantwoorden/zoeken
4. alle vragen lezen - daarna tekst goed lezen en vragen beantwoorden.

romantekst

stap 1: lees de stellingen en probeer een beeld te vormen van de tekst

-wie zijn de personen?

-wat doen ze mogelijk?

- waar speelt het zich mogelijk af?

- Hoe zijn de personen mogelijk? (uiterlijk, gevoelens)

stap 2

Onderstreep nu in de stellingen:

1. visuele kenmerken

2. De kernbegrippen

3. Woorden die een antwoord heel sterk maken: altijd, nooit, alles