T4 BS5 organen voor vertering

Thema 4
BS 5 Organen voor vertering
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Thema 4
BS 5 Organen voor vertering

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kunt de delen van het verteringsstelsel kunnen noemen met hun functies en kenmerken

- Je kunt de verteringssappen kunnen noemen met hun functies
-toets afspreken (voorstel: do 2 feb.)

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
- uitlegvideo ( 12 minuten)

- quizvragen (10 minuten)
- aan de slag met opdrachten

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

verteringsstelsel

Slide 5 - Diapositive

Mondholte
  • Functie: Fijnmaken van voedsel + voedsel mengen met speeksel
  • Verteringssap: Speeksel
  • Functie verteringssap: Verteren van zetmeel, doden deel bacteriën, voedsel glijbaar maken

Slide 6 - Diapositive

Slokdarm
  • Functie: Vervoer voedsel van mond naar maag
  • Verteringssap: -
  • Functie verteringssap: -

Slide 7 - Diapositive

Maag
  • Functie: Vertering voedsel + tijdelijke opslag voedsel
  • Verteringssap: Maagsap
  • Functie verteringssap: Doden bacteriën + verteren van eiwitten

Slide 8 - Diapositive

Lever
  • Functie: o.a. Productie gal
  • Verteringssap: Gal
  • Functie verteringssap: Emulgeren van vetten (vet in kleine druppels verdelen)

Slide 9 - Diapositive

Alvleesklier
  • Functie: o.a. produceren alvleessap
  • Verteringssap: Alvleessap
  • Functie verteringssap: Verteren van eiwitten, koolhydraten, vetten

Slide 10 - Diapositive

Twaalfvingerige darm
  • Functie: Vervoer van maag naar dunne darm  + toevoegen van gal en alvleessap
  • Verteringssap: -
  • Functie verteringssap: -

Slide 11 - Diapositive

Dunne darm
  • Functie: Verteren van voedsel + opnamen van voedingsstoffen in het bloed
  • Verteringssap: Darmsap
  • Functie verteringssap: Verteren van eiwitten en koolhydraten

Slide 12 - Diapositive

Blinde darm
  • Functie: -
  • Verteringssap: -
  • Functie verteringssap: -

Slide 13 - Diapositive

Dikke darm
  • Functie: Water opnemen in het bloed
  • Verteringssap:
  • Functie verteringssap:

Slide 14 - Diapositive

Endeldarm
  • Functie: Verzamelplaats voor onverteerbare resten 

Slide 15 - Diapositive

Verteringssappen en wat ze verteren

  • Speeksel: zetmeel
  • Maagsap: eiwitten
  • Gal: vetten emulgeren
  • Alvleessap: Eiwitten, koolhydraten en vetten
  • Darmsap: Eiwitten, koolhydraten
Water, mineralen, vitamines en glucose hoeven niet verteerd te worden

Slide 16 - Diapositive

 14 Quizvragen

Slide 17 - Diapositive

De taak
van je verteringstelsel is?
A
zuurstof opnemen
B
bloed rond pompen
C
je beweging regelen
D
voedingsstoffen opnemen

Slide 18 - Quiz

Dayo heeft na het gebruik van antibiotica tegen zijn kiesontsteking last van diarree. Welk orgaan in het verteringstelsel werkt
waarschijnlijk niet naar behoren?
A
De maag
B
De dunne darm
C
De alvleesklier
D
De dikke darm

Slide 19 - Quiz

Hoe wordt voedsel in het verteringstelsel verplaatst?
A
via peristaltische bewegingen
B
via zwaartekracht

Slide 20 - Quiz

Welk orgaan hoort niet bij het verteringstelsel?
A
Darm
B
Maag
C
Endeldarm
D
Hart

Slide 21 - Quiz

Hoe heet het laatste stukje
darm van het
verteringstelsel
A
dikke darm
B
twaalfvingerige darm
C
blinde darm
D
endeldarm

Slide 22 - Quiz

Welke organen in het verterings-stelsel maken de enzymen voor
de vertering van zetmeel?
timer
0:20
A
speekselklieren, galblaas en dunne darm
B
maag, galblaas en dunne darm
C
speekselklieren, twaalfvingerige darm en dunne darm
D
speekselklieren, alvleesklier en dunne darm

Slide 23 - Quiz

Welk orgaan zorgt grotendeels voor de vertering van vetten?
A
Lever
B
Maag
C
Alvleesklier
D
Galblaas

Slide 24 - Quiz

In welk orgaan begint de vertering van vetten?
A
In de maag
B
In de galblaas
C
In de alvleesklier
D
In de 12-vingerige darm

Slide 25 - Quiz

in welk orgaan start de vertering van eiwitten?
A
mondholte
B
maag
C
twaalfvingerige darm
D
dunne darm

Slide 26 - Quiz

In welk orgaan worden, naast het verteren van eiwitten, ook bacteriën gedood?
A
Mondholte
B
Maag
C
Twaalfvingerige darm
D
Lever

Slide 27 - Quiz

In welk orgaan begint het verteren
A
slokdarm
B
mond
C
maag
D
twaalfvingerige darm

Slide 28 - Quiz

Wat zijn enzymen?
A
Hormonen zoals insuline.
B
Eiwitten die een reactie versnellen.
C
Vetten die helpen bij de vertering.
D
Stoffen die een orgaan aan het werk zetten.

Slide 29 - Quiz

Welke onderdelen horen bij de verteringstelsel?
A
Slokdarm, hart, lever, maag en dikke darm
B
Hart, hersens en lever
C
Slokdarm, lever, maag, dikke darm en dunne darm
D
Verteringstelsel bestaat niet

Slide 30 - Quiz

Op welke plek in het verteringstelsel worden de meeste verschillende voedingsstoffen verteerd?
A
Mond
B
Maag
C
12vingerige darm
D
dunne darm

Slide 31 - Quiz

Lesdoelen
- Je kunt de delen van het verteringsstelsel kunnen noemen met hun functies en kenmerken

- Je kunt de verteringssappen kunnen noemen met hun functies

Slide 32 - Diapositive