§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je?

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhalen 6.1
  • Uitleg en leerdoelen paragraaf 6.2 deel I
  • Herhalen leerdoelen
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ging het met je weektaak?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog van paragraaf 6.1?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie houdt loonheffing in op het brutoloon?
A
De werkgever
B
De werknemer
C
De belastingdienst
D
De fiscus

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort belastingstelsel heeft Nederland?
A
Progressief belastingstelsel
B
Proportioneel belastingstelsel
C
Degressief belastingstelsel

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het belastbaar inkomen is
A
het bedrag dat je aan belasting moet betalen.
B
het bedrag waarover je belasting moet betalen.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je het belastbaar inkomen?
A
Brutowinst - bruto inkomen
B
Aftrekposten X bruto inkomen
C
Bruto inkomen - aftrekposten
D
Bruto inkomen + aftrekposten

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalingsoefening

Pak je boek op blz. 192
Opdracht 5 a, b en c

Probeer het eerst zelf, kom je er niet uit vraag dan je buurman/buurvrouw
Na 5 minuten gaan we deze klassikaal bespreken











timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
  • a. € 3.118 × 12 = € 37.416
  • € 37.416 × 1,08 × 1,083 = € 43.763,25
  • b. jaarinkomen   € 43.763 
  •     bijtelling           € 4.768 +
  •                                 € 48.531
  •   aftrekposten.  € 928 -
  •   belastbaar                                                                                                                      inkomen           € 47.603

 










Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H6 Iedereen betaalt belasting
§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Deel I
  • hoe je in box 1 de belasting berekent met behulp van het schijventarief
  • dat we in Nederland een progressief belastingtarief hebben
  • Deel II
  • hoe je de vermogensrendementsheffing berekent
  • wat de heffingskorting is


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende tarieven

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Update naar .... 2023
Tarieven box 1:
Schijf 1
Belastbaar inkomen tot € 73.031
Percentage 36,93%
Schijf 2
vanaf € 73.031
percentage 49,50%










Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met schijventarief
Stappenplan
Stap 1 verdeel het belastbaar inkomen over de schijven
Stap 2 over het inkomen in schijf 1 bereken je het tarief wat daarbij hoort.
Zit er inkomen in schijf 2? Zo,ja bereken hierover het tarief dat erbij hoort
Stap 3 je telt de belastingen van schijf 1 en 2 bij elkaar op











Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld

Pak je boek op blz. 175
Opdracht 3.
a?
b?












timer
5:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
3 a 1 Tim hoeft alleen het tarief van 37,1% te gebruiken. 
0,371 × € 31.500 = € 11.686,50 -> € 11.686 

3 b 1 Yara moet beide tarieven gebruiken: € 37,1% en 49,5%. 
 stap 1 Inkomen in schijf 1: € 68.508 
Inkomen in schijf 2: € 74.000 – € 68.508 = € 5.492 
stap 2 In schijf 1 betaalt Yara 0,371 × € 68.508 = € 25.416,47 g € 25.416 
In schijf 2 betaalt Yara 0,495 × € 5.492 = € 2.718,54 g € 2.718 
stap 3 In box 1 betaalt Yara in totaal € 25.416 + € 2.718 = € 28.134 










Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Betaalt iedereen even veel?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de juiste uitspraak bij het juiste stelsel
Inkomensongelijkheid wordt bij dit stelsel het grootst.
Iedereen betaalt procentueel gezien even veel belasting over zijn verdiende euro's
Dit stelsel zorgt ervoor dat het draagkrachtbeginsel wordt toegepast
Progressief belastingstelsel
Degressief belastingstelsel
Proportioneel belastingstelsel

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Deel I
  • hoe je in box 1 de belasting berekent met behulp van het schijventarief
  • dat we in Nederland een progressief belastingtarief hebben
  • Deel II
  • hoe je de vermogensrendementsheffing berekent
  • wat de heffingskorting is


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhalen 6.1
  • Uitleg en leerdoelen paragraaf 6.2 deel II
  • Herhalen leerdoelen
  • Afsluiten

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Deel I
  • hoe je in box 1 de belasting berekent met behulp van het schijventarief
  • dat we in Nederland een progressief belastingtarief hebben
  • Deel II
  • hoe je de vermogensrendementsheffing berekent
  • wat de heffingskorting is


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Belasting over je vermogen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belasting bereken Box 3
Stappenplan
Stap 1 je trekt het heffingsvrij vermogen van je vermogen af
Stap 2 je berekent het fictief rendement over je belastbaar inkomen
Stap 3 je berekent belasting over het fictief rendement










Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld

Pak je boek op blz. 176
Opdracht 6.
a?
b?












timer
5:00

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

a 72.500 - 50.000 = 22.500
    fictief = 22.500 x 1,9% = 427,50
vermogensrendementsheffing 427,50 x 31% = 132,37 => 132

b 84.250 - 50.000 = 34.250
    fictief 34.250 x 1,9 = 650,75
vermogensrendementsheffing 650,75 x 31% = 201,7325 => 201
Guido heeft € 68.000 aan spaargeld.
Er geld een heffingsvrij vermogen van € 50.000. Over de rest van zijn spaargeld betaalt hij over het fictieve rendement van 1,9% belasting: 31%.
Bereken de vermogensrendementsheffing die hij in box 3 moet betalen.

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Minder belasting voor iedereen

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belasting verschuldigde inkomstenbelasting
Stappenplan
Stap 1 bereken de belasting in Box 1
Stap 2 bereken de belasting in Box 3
Stap 3 je telt de belastingen van Box 1 en Box 3 bij elkaar op
Stap 4 je haalt de heffingskorting(en) van het bedrag bij stap 3 af. 
Nu heb je de verschuldigde inkomstenbelasting!!










Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld

Pak je boek op blz. 177
Opdracht 8.













timer
5:00

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga aan de slag met;

  • het maken van de vragen van 6.2
  • maak van paragraaf 6.2 een mindmap/samenvatting of maak sleutelwoorden.....

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions