Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
KUA recap Danssoorten
KUA recap Danssoorten
- Lees de aantekeningen die je tijdens de presentaties hebt gemaakt goed door.
- Lees ook bladzijde 35 t/m 39 goed door.
15 min in stilte!
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Kunst algemeen
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
4 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
KUA recap Danssoorten
- Lees de aantekeningen die je tijdens de presentaties hebt gemaakt goed door.
- Lees ook bladzijde 35 t/m 39 goed door.
15 min in stilte!
Slide 1 - Diapositive
Welke dansstijlen horen bij Werelddans?
A
Moderne dans, ballroom, flamenco en breakdance.
B
Tango, salsa, folklore, en buikdans.
C
Folklore, wals, rock-'n-roll en streetdance.
D
Ballet, tapdans, jazz en stijldansen.
Slide 2 - Quiz
Wat is een kenmerk van Werelddans?
A
Het wordt alleen uitgevoerd door professionals.
B
Het omvat dansstijlen van over de hele wereld.
C
Het is alleen populair in Europa.
D
Het heeft slechts één dansstijl.
Slide 3 - Quiz
Wat is een magisch-rituele dans?
A
Een dans die wordt uitgevoerd om spieren te trainen
B
Een dans die wordt uitgevoerd om bovennatuurlijke krachten op te roepen
C
Een dans die alleen voor de lol wordt uitgevoerd
D
Een dans die wordt uitgevoerd om de tijd te doden
Slide 4 - Quiz
Welke elementen kunnen worden opgenomen in een magisch-rituele dans?
A
Vormen, texturen en patronen
B
Kleuren, smaken en geuren
C
Getallen, letters en woorden
D
Opstellingen, bewegingen en geluiden
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Danselement Ruimte:
De meest gebruikte hoogtelaag in het fragment is:
A
Hoog
B
Midden
C
Laag
D
A, B en C zijn goed
Slide 7 - Quiz
Onder welke categorie werelddans behoort riverdance oorspronkelijk?
A
Magisch-rituele dans
B
Ondersteunen bij arbeid
C
Sociale functie
D
Kunstvorm
Slide 8 - Quiz
Waar komt deze dansvorm oorspronkelijk vandaan?
Slide 9 - Question ouverte
Welke 4 theatrale middelen werden in het fragment gebruikt?
Slide 10 - Question ouverte
In welke eeuw is het klassiek ballet ontstaan?
Slide 11 - Question ouverte
Hoe heet de koning die het klassiek ballet heeft gestimuleerd, oa door het oprichten van een balletacademie?
Slide 12 - Question ouverte
Wat was de bijnaam van Koning Lodewijk de 14e?
Slide 13 - Question ouverte
Drie kenmerken van klassiek ballet zijn:
A
Spitzentechniek, parallel , klassieke muziek
B
Spitzentechniek, uitgedraaide benen, lifttechniek
C
Lifttechniek, acties over de grond, reactie op moderne dans
D
Lifttechniek, uitgedraaid, reactie op moderne dans
Slide 14 - Quiz
Waarom dansen ballerina's op spitzen en hebben ze een tutu aan?
A
Daardoor lijken ze extra lang en slank
B
Daardoor kunnen ze nog hoger springen
C
Ze lijken daardoor nog lichter te kunnen dansen
D
Het is makkelijker als ze gelift worden
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Welke danssoort heb je zojuist gezien?
Slide 17 - Question ouverte
Welk kenmerk van klassiek ballet zag je NIET in het fragment?
A
Spitzentechniek
B
Lifttechniek
C
Uitgedraaide benen
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Vidéo
Danselement Ruimte; wat kun je zeggen over het gebruik van het danselement Ruimte in dit fragment?
A
Verplaatsend, klein, laag
B
Verplaatsend, groot, laag
C
Op de plek, klein, hoog
D
Verplaatsend, groot, hoog
Slide 20 - Quiz
Danselement Kracht; wat kun je zeggen over het gebruik van het danselement Kracht in dit fragment?
A
Zwaar
B
Ontspanning
C
Krachtig
D
Zwaartekracht
Slide 21 - Quiz
Het fragment komt uit La Bayadere, de tempeldanseres, en speelt zich af in India. Noem twee theatrale middelen waarin je dit terug kan zien.
Slide 22 - Question ouverte
Wie waren de 2 pioniers voor het ontstaan van moderne dans?
A
Isadora Duncan en Martha Graham
B
Merce Cunningham en Alvin Ailey
C
Martha Graham en Merce Cunningham
D
Merce Cunningham en Isadora Duncan
Slide 23 - Quiz
Wat was de bijdrage van Isadora Duncan aan de dans?
A
Ze wordt beschouwd als de grondlegger van de moderne dans.
B
Ze introduceerde de wals als dansstijl.
C
Ze was de eerste ballerina die op haar tenen danste.
D
Ze was een beroemde tapdanseres.
Slide 24 - Quiz
Hoe kwam Isadora Duncan om het leven?
A
Ze stikte toen haar sjaal vast kwam te zitten in het wiel van een auto.
B
Ze stierf aan een hartaanval.
C
Ze viel tijdens een optreden van een podium en brak haar nek.
D
Ze werd vermoord door een jaloerse collega.
Slide 25 - Quiz
Wat is een kenmerkend element van de dansstijl van Isadora Duncan?
A
Het gebruik van stijve poses en nauwkeurige bewegingen.
B
Het gebruik van acrobatische trucs en sprongen.
C
Het gebruik van moderne muziek en techno.
D
Het gebruik van natuurlijke bewegingen en expressie.
Slide 26 - Quiz
Welke kleding droeg Isadora Duncan vaak tijdens haar optredens?
A
Een glitterend kostuum met hoge hakken.
B
Een traditionele klederdracht met klompen.
C
Een strakke balletoutfit en spitzen.
D
Een losse tuniek en blote voeten of sandalen.
Slide 27 - Quiz
Wat was het doel van Isadora Duncan bij het creëren van haar dansstijl?
A
Het winnen van prijzen en erkenning op danswedstrijden.
B
Het imponeren van het publiek met acrobatische stunts.
C
Het uitdrukken van emoties en gevoelens door middel van dans.
D
Het creëren van nieuwe dansbewegingen die nog niemand anders had bedacht.
Slide 28 - Quiz
Wat is de naam van de oprichter van de Martha Graham Dance Company?
A
Martha Graham
B
Mikhail Baryshnikov
C
Isadora Duncan
D
George Balanchine
Slide 29 - Quiz
Welke danstechniek heeft Martha Graham ontwikkeld?
A
'Release and Ease' techniek
B
'Contraction and Release' Techniek
C
'Contract and Act' Techniek
D
'Contraction and Fraction' Techniek
Slide 30 - Quiz
Welke 3 kenmerken van moderne dans zijn juist?
A
Emotionele expressie
B
Snelle en scherpe bewegingen
C
Gebruik van ademhaling en zwaartekracht
D
Improvisatie en vloeiende bewegingen
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Vidéo
Welke danssoort zag je in dit fragment?
Slide 33 - Question ouverte
Welke kenmerken van moderne dans zag je terug in het fragment?
A
dagelijkse kleding, uitgedraaide benen, sprongen
B
dagelijkse kleding, gebruik maken van zwaartekracht, benen parallel
C
uitgedraaide benen, gebruik maken van zwaartekracht, alledaagse bewegingen
D
alledaagse bewegingen, synchroon dansen, benen parallel
Slide 34 - Quiz
Welke dansactie zag je NIET terug in het fragment?
A
Trillen
B
Vallen
C
Rollen
D
Draaien
Slide 35 - Quiz
Dit was de laatste vraag :)
Slide 36 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
KUA recap Danssoorten
Mai 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Kunst algemeen
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
KUA recap Danssoorten Inge
Mai 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Kunst algemeen
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
KUADA Klas 3 Kijken naar dans
Octobre 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Kunst
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Toets danssoorten jaar 2
Juin 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Dans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Definitieve test Cultuur van het Moderne, H 8.1 Expressie
Juin 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Kunst
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
8.1 Expressionisme - disciplines
Septembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Kunst
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
Termen en begrippen moderne cultuur, 8.1 Expressie
Avril 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Kunst
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 5
H8.1 Oerparadijs
Janvier 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Kunst
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4-6