KUADA Klas 3 Kijken naar dans

KUADA Klas 3 Kijken naar dans
Hoe kijk je naar dans?
Leerdoelen:
Je kent de drie danselementen en kan je met behulp hiervan dans beschrijven.
Je kan iets zeggen over het gebruik van theatrale middelen in een dansstuk.
Je kan naar aanleiding van voorstelling en vormgeving, dans vertalen naar
een mogelijke betekenis.
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

KUADA Klas 3 Kijken naar dans
Hoe kijk je naar dans?
Leerdoelen:
Je kent de drie danselementen en kan je met behulp hiervan dans beschrijven.
Je kan iets zeggen over het gebruik van theatrale middelen in een dansstuk.
Je kan naar aanleiding van voorstelling en vormgeving, dans vertalen naar
een mogelijke betekenis.

Slide 1 - Diapositive

Reader BLZ 26-30+ aantekeningen
10 minuten in stilte lezen

Na het maken van dit oefentoetsje weet je of je klaar bent voor de HD toets.

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de drie danselementen?
A
Ruimte/ Locatie/ Tijd
B
Kracht/ Tijd/ Omgeving
C
Ruimte/ Kracht/ Ritme
D
Tijd/ Kracht/ Ruimte

Slide 3 - Quiz

Wat valt er onder het element
ruimte?

Slide 4 - Carte mentale

Wat valt er onder het element
tijd?

Slide 5 - Carte mentale

Wat valt er onder het elementen
kracht

Slide 6 - Carte mentale

We gaan een fragment bekijken
Hoe zie je de danselementen terug?
Je mag aantekeningen maken in je reader.
We bespreken ze na het fragment. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Nieuw fragment
We letten nu op:
Voorstelling (inhoud) van de dans:
• Wat is de titel?
• Welk soort dansstuk is het? (Ballet, battle, bruidsdans, videoclip)
• Hoeveel dansers (type, rol/karakter, sekse) zie je?
• Wat is het thema of de betekenis van het dansstuk?
• Wat wil de maker vertellen?
Maak aantekeningen tijdens het bekijken van dit fragment. Schrijf alles op wat je ziet/ opmerkt over bovenstaande inhoud (voorstelling) We bespreken dit na het fragment.
De term voorstelling zal je ook veelvuldig tegenkomen in de bovenbouw bij KUA. Het helpt je gericht kunst te analyseren. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Welke hoofd danssoort heb je gezien?
A
Jazz dans
B
Klassiek ballet
C
Moderne dans
D
Urban dans

Slide 11 - Quiz

Wat zijn kenmerken van moderne dans?
A
Een natuurlijke lichaamshouding, benen en voeten uitgedraaid
B
Gebruik van natuurlijke bewegingen zoals lopen, rennen en vallen.
C
Lifttechniek
D
Acties over de grond, waarbij gebruik wordt gemaakt van de zwaartekracht.

Slide 12 - Quiz

Nieuw fragment
We letten nu op:
Vormgeving van de dans:
Vormgeving in dans: tijd-, kracht-, en ruimtegebruik
Locatie: in een theater, fabriekshal, in de duinen, op straat..
Theatervormgeving: locatie, geluid, decor, licht, kostuum, audiovisueel
Maak aantekeningen. We bespreken deze na het fragment.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Nog een nieuw fragment
We letten nu op voorstelling en vormgeving.
Je kan spieken op blz 26.
Maak aantekeningen. 

Na het fragment bespreken we de opbrengst.
Belangrijkste vraag: wat is volgens jou de betekenis en hoe heb je dat kunnen zien? (voorstelling/ vormgeving)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Oké, racap

Slide 17 - Diapositive

Wat zijn de 6 hoofd danssoorten
A
moderne dans, urban, klassiek ballet, jazzdans, werelddans
B
werelddans, jazzdans, tap, moderne dans expressionisme, moderne dans abstract/ absolutisme
C
werelddans, klassiek ballet, moderne dans expressionisme/ abstract, jazzdans, urban
D
werelddans, klassiek ballet, moderne dans, urban, breakdance, jazzdans

Slide 18 - Quiz

Wat zijn kenmerken van urban dans?
A
Freestylen/ dance battle/ improvisatie
B
Powermoves
C
Krachtige bewegingen over de grond
D
Lifttechniek

Slide 19 - Quiz

Welke dansvormen horen bij Werelddans?
A
Moderne dans, ballroom, flamenco en breakdance.
B
Salsa, tango, flamenco en Ierse dans
C
Wals, rock-'n-roll en streetdance.
D
Ballet, tapdans, jazz en stijldansen.

Slide 20 - Quiz

Werelddans.....
A
Wordt alleen uitgevoerd door professionals.
B
Omvat dansstijlen van over de hele wereld.
C
Is alleen populair in Europa.
D
Heeft slechts één dansstijl.

Slide 21 - Quiz

Welke elementen kunnen worden opgenomen in een magisch-rituele dans?
A
Vormen, texturen en patronen
B
Kleuren, smaken en geuren
C
Getallen, letters en woorden
D
Opstellingen, bewegingen en geluiden

Slide 22 - Quiz

In welke eeuw is het klassiek ballet ontstaan?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Vidéo

Welke danssoort heb je zojuist gezien?En noem tenminste 2 kenmerken

Slide 25 - Question ouverte

Hoe heet de koning die de ontwikkeling van klassiek ballet heeft gestimuleerd, oa door het oprichten van een balletacademie?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Vidéo

Danselement Ruimte; wat kun je zeggen over het gebruik van het danselement Ruimte in dit fragment?

A
Verplaatsend, klein, laag
B
Verplaatsend, groot, laag
C
Op de plek, klein, hoog
D
Verplaatsend, groot, hoog

Slide 28 - Quiz

Danselement Kracht; wat kun je zeggen over het gebruik van het danselement Kracht in dit fragment?

A
Zwaar
B
Ontspanning
C
Krachtig/ veel spierspanning
D
Zwaartekracht

Slide 29 - Quiz

Het fragment komt uit La Bayadere, de tempeldanseres, en speelt zich af in India. Noem twee theatrale middelen waarin je dit terug kan zien.

Slide 30 - Question ouverte

Wie waren de 2 pioniers voor het ontstaan van moderne dans?
A
Isadora Duncan en Martha Graham
B
Merce Cunningham en Alvin Ailey
C
Martha Graham en Merce Cunningham
D
Merce Cunningham en Isadora Duncan

Slide 31 - Quiz

Wat is een kenmerkend element van de dansstijl van Isadora Duncan?
A
Het gebruik van stijve poses en nauwkeurige bewegingen.
B
Het gebruik van acrobatische trucs en sprongen.
C
Het gebruik van moderne muziek en techno.
D
Het gebruik van natuurlijke bewegingen en expressie.

Slide 32 - Quiz

Wat was het doel van Isadora Duncan bij het creëren van haar dansstijl?
A
Het winnen van prijzen en erkenning op danswedstrijden.
B
Het imponeren van het publiek met acrobatische stunts.
C
Het uitdrukken van emoties en gevoelens door middel van dans.
D
Het creëren van nieuwe dansbewegingen die nog niemand anders had bedacht.

Slide 33 - Quiz

Wat is het verschil tussen expressionistische (moderne) dans en abstracte (moderne) dans?

Slide 34 - Question ouverte

Welke pionier heeft de techniek contraction and release (aanspannen en ontspannen icm ademhaling) bedacht?
A
Merce Cunningham
B
Martha Dunham
C
Martha Graham
D
Isadora Duncan

Slide 35 - Quiz

Wie was de godfather van de abstracte moderne dans?
A
Michael Jackson
B
Merce Cunningham
C
Lodewijk de 14e
D
Alvin Ailey

Slide 36 - Quiz

Wat vind je lastig aan de oefenstof?

Slide 37 - Question ouverte

De les na de vakantie
HD Toets
* Hoofddanssoorten (ontstaan en kenmerken)
* Kijken naar dans: voorstelling/ vormgeving
Leren: aantekeningen danssoorten presentaties en blz 26-30
Haal je de toets niet, dan inhalen tijdens een 7e uur. 

Slide 38 - Diapositive