Woordenschat H5.6-1

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 5
Woordenschat

Slide 2 - Diapositive

Lesopbouw

  • Lesdoelen bespreken
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Nakijken
  • Evaluatie

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een understatement en overdrijving is
  • Je kunt opdrachten maken die hiermee te maken hebben

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Overdrijving
De schrijver laat iets extra opvallen door het groter, mooier, erger of beter te maken dan het eigenlijk is.
 
Bijv.
Ik zat een eeuwigheid te wachten totdat de huisarts kwam.

In werkelijkheid duurde het 5 minuten.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Understatement
Iemand gebruikt mooie woorden om iets minder erg te maken.
Bijv.
Ik ben niet ontevreden over jouw resultaat.
(wanneer iemand een 9 heeft gehaald voor een toets)

Je zegt eigenlijk:
Dat heb je fantastisch gedaan!

Slide 8 - Diapositive

Hoe zeg je overdreven??
  1. Je hebt heel erg veel honger.
  2. Je staat al heel lang te wachten.
  3.  Je schrikt heel erg.

Slide 9 - Diapositive

Hoe zeg je het minder erg?
  1. Je vindt de nieuwe kleren van Jimmy echt spuuglelijk.
  2. Je bent heel erg dik.

Slide 10 - Diapositive

We verzuipen in het werk
A
understatement
B
overdrijving

Slide 11 - Quiz

Ik heb je nu al voor de honderdste keer gewaarschuwd.
A
understatement
B
overdrijving

Slide 12 - Quiz

In de vakantie is in ons huis ongewenst bezoek geweest.
A
understatement
B
overdrijving

Slide 13 - Quiz

De hond doet zijn behoefte altijd bij ons voor de deur.
A
understatement
B
overdrijving

Slide 14 - Quiz

Na de gymles kwamen we met onze tong op de schoenen bij Engels aan.
A
understatement
B
overdrijving

Slide 15 - Quiz

Het gaat slecht met het bedrijf en de directie gaat reorganiseren.
A
understatement
B
overdrijving

Slide 16 - Quiz

Hij heeft een glaasje te veel op.
A
understatement
B
overdrijving

Slide 17 - Quiz

Ik heb van de zenuwen geen oog dicht gedaan.
A
understatement
B
overdrijving

Slide 18 - Quiz

Lezen tekst 1 (blz. 176) en vervolgens maak je opdracht 3.

Slide 19 - Diapositive

Opdr. 2
Geef de betekenis van elke zin (uitdrukking).

Slide 20 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
  • Wat wist je al?
  • Wat vond je moeilijk?

Slide 21 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
  • Wat is een understatement?
  • Wat is een overdrijving?

Slide 22 - Diapositive