Woordenschat H5.6-2

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 5
Woordenschat

Slide 2 - Diapositive

Lesopbouw

  • Lesdoelen bespreken
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Nakijken
  • Evaluatie

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet nog wat een understatement en overdrijving is.
  • Je kunt woorden veranderen, zodat het in de zin past.
  • Je weet hoe je de betekenis van een woord kan achterhalen.
  • Je kunt opdrachten maken die hiermee te maken hebben

Slide 4 - Diapositive

Overdrijving
De schrijver laat iets extra opvallen door het groter, mooier, erger of beter te maken dan het eigenlijk is.
 
Bijv.
Ik zat een eeuwigheid te wachten totdat de huisarts kwam.

In werkelijkheid duurde het 5 minuten.

Slide 5 - Diapositive

Understatement
Iemand gebruikt mooie woorden om iets minder erg te maken.
Bijv.
Ik ben niet ontevreden over jouw resultaat.
(wanneer iemand een 9 heeft gehaald voor een toets)

Je zegt eigenlijk:
Dat heb je fantastisch gedaan!

Slide 6 - Diapositive

Betekenis onbekend woord
  • Zoek naar synoniem (woord met ongeveer dezelfde betekenis)
  • Zoek in de tekst naar een omschrijving van het woord
  • Zoek in de tekst naar een voorbeeld
  • Zoek in de tekst naar een tegenstelling
  • Zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel

Slide 7 - Diapositive

Maken opdr. 4, 5 en 6 (blz. 177/178)

Slide 8 - Diapositive

Maken opdr. 8, 9, 10

Slide 9 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
  • Wat wist je al?
  • Wat vond je moeilijk?

Slide 10 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
  • Wat is een understatement?
  • Wat is een overdrijving?

Slide 11 - Diapositive