Verb to be

Grammar
VERB 'TO BE'

het werkwoord
'zijn'
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammar
VERB 'TO BE'

het werkwoord
'zijn'

Slide 1 - Diapositive

You know all about the verb 'to be'

Slide 2 - Diapositive


  • Grammar explanation
  • Quiz time
  • Do it yourself!





PLAN

Slide 3 - Diapositive

Pay attention!

Let goed op, want tussendoor
zijn er quiz-vragen!
,,

Slide 4 - Diapositive

het werkwoord 'zijn',
schrijf de Nederlandse vormen
op: ik ben, jij ...

Slide 5 - Carte mentale

Welke vormen van 'zijn'
(= to be) ken je al in het Engels?

Slide 6 - Carte mentale

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'

Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 7 - Diapositive

verkorte vorm!

Slide 8 - Diapositive

To be (zijn)
timer
0:30
I ...
she/he/it..
we/you/they
are
am
is

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep de personen naar de correcte vorm van 'to be'.
timer
2:00
am
are
is
I
you
he
she
it
we
they
James and Julia
James
Julia

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep de lange vorm (blauw) naar de korte vorm (rood).

I'm
You're
He's
We're
She's
It's
They're
I am
You are
He is
We are
She is
It is
They are

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

Sleep de juiste (verkorte) vorm naar de zin.

timer
1:30
She ... in her room.
I ... twelve years old.
They ...my parents.
We ... in the kitchen.
You ... my best friend.
The dog ... in the garden.
am | 'm
are | 're
are | 're
is | 's
are | 're
is | 's

Slide 13 - Question de remorquage

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
 Vragend
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 14 - Diapositive

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
I
am not
I'm not
You
are not
You're not
She
is not
She's not
He
is not
He's not
It
is not
It's not
We
are not
We're not
You
are not
You're not
They
are not
They're not
Ik
ben niet
Jij
bent niet
zij
is niet
Hij 
is niet
Het
is niet
Wij
zijn niet
Jullie
zijn niet
Zij
zijn niet
Ontkennend

Slide 15 - Diapositive

Any questions?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Well done!

Slide 19 - Diapositive

Maak nu oefening 1 t/m 4
page 5, student's book

Slide 20 - Diapositive