HU - Verb 'to be'

Grammar
VERB 'TO BE'

het werkwoord
'zijn'
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammar
VERB 'TO BE'

het werkwoord
'zijn'

Slide 1 - Diapositive

Grammar
Today we're going to do 
some grammar...
Let's start!

Slide 2 - Diapositive

You know all about the verb 'to be'

Slide 3 - Diapositive


  • Grammar explanation
  • Quiz time
  • Do it yourself!





PLAN

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Basishouding.... focus!

Slide 6 - Diapositive

Pay attention!

Let goed op, want tussendoor
zijn er quiz-vragen!
,,

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

verb 'to be' (Zijn)

Slide 9 - Diapositive

het werkwoord 'zijn',
schrijf de Nederlandse vormen
op: ik ben, jij ...

Slide 10 - Carte mentale

Welke vormen van 'zijn'
(= to be) ken je al in het Engels?

Slide 11 - Carte mentale

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'

Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 12 - Diapositive

verkorte vorm!

Slide 13 - Diapositive

To be (zijn)
timer
0:30
I ...
she/he/it..
we/you/they
are
am
is

Slide 14 - Question de remorquage

Sleep de personen naar de correcte vorm van 'to be'.
timer
2:00
am
are
is
I
you
he
she
it
we
they
James and Julia
James
Julia

Slide 15 - Question de remorquage

Sleep de lange vorm (blauw) naar de korte vorm (rood).

I'm
You're
He's
We're
She's
It's
They're
I am
You are
He is
We are
She is
It is
They are

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Diapositive

Sleep de juiste (verkorte) vorm naar de zin.

timer
1:30
She ... in her room.
I ... twelve years old.
They ...my parents.
We ... in the kitchen.
You ... my best friend.
The dog ... in the garden.
am | 'm
are | 're
are | 're
is | 's
are | 're
is | 's

Slide 18 - Question de remorquage

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
  'To be'
   question
    (vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 19 - Diapositive

Any questions?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Lien

Hoe ging deze les?
Super, het werkwoord 'to be' snap ik helemaal!
Ik geloof dat ik het bijna snap, thuis nog even overkijken.
50-50, beetje makkelijk, beetje moeilijk
Ik vond het best wel moeilijk.
Supermoeilijk, ik heb bijles nodig.

Slide 25 - Sondage

Well done!

Slide 26 - Diapositive