Onderdeel 8: de ontkenning

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

BONJOUR ET BIENVENUE

Bonjour

et 

bienvenue!!

Mariam	Sarah		Tim	Lucius	Jesse		Nena	Ella
Ruben	Luuk Z		Emma	Tara			Sanne M	Mayla
Sanne L	Roos		Malan	Melle	Jitte		Joel	Yari
Roan	Luuk B			Lucca	Mels		Melati	Amber
							Pieter	Tygo
							Docent

la tâche de début

Maak onderstaande zinnen ontkennend (ne...pas) en schrijf deze op het blaadje

• Tu aimes la musique classique?
• Vous avez regardé le film?
• Est-ce qu'il a acheté un cadeau?

+ Zet je naam op het blaadje. 

Aujourd'hui

Programme:

• La tâche de début 
• Lessonup: Onderdeel 8 (de ontkenning)
• Au travail: livre de grammaire

tijd over: BINGO op pagina 15 grammaticaboekje

Pak je grammatica-boekje & laptop en log ondertussen in op lessonup

Lessonup inhoud:

• De ontkenning/la négation

Prenez votre chromebook & log in sur lessonup avec ton propre nom.

Maak de volgende zin ontkennend.

Nous sommes au collège.

Maak de volgende zin ontkennend.

Tu fais les exercices de maths.

Maak de volgende zin ontkennend.

Paul et moi avons parlé.

Maak de volgende zin ontkennend.

Le français, c'est difficile

De ontkenning

De regel is altijd de volgende:

 

Je zet 'ne' of n' altijd voor de persoonsvorm,

'pas' zet je er altijd achter!

Exemple:

Je ne fais pas de ski          Ik ski niet

Je n'ai pas fait de ski        Ik heb niet geskied

De ontkenning

Tip: het vinden van de persoonsvorm.
Om de persoonsvorm te vinden: zoek naar:

- namen

- woorden als: je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles

De persoonsvorm staat hier altijd direct achter!

Maak de zin ontkennend: gebruik het woord "nooit" (in het Frans)
J'ai mal à la tête.

Maak de zin ontkennend: gebruik het woord "niet meer" (in het Frans)
Elle est malade.

Maak de zin ontkennend: gebruik het woord "niets" (in het Frans)
Nous avons mangé.

Maak de zin ontkennend: gebruik het woord "nog niet" (in het Frans)
Il est arrivé à la fête.

De ontkenning

Naast ne ... pas zijn er andere ontkenningen en die gaan op precies dezelfde manier: 

• ne ... plus (niet meer) 
• ne ... jamais (nooit)
• ne ... rien (niets)
• ne ... pas encore (nog niet)
• ne ... personne (niemand)

Exemple:

Je ne suis plus malade.           Ik ben niet meer ziek

Je n'ai rien mangé                    Ik heb niets gegeten

De ontkenning

• De ontkenning van c'est is ce n'est pas
• De ontkenning van il y a is il n'y a pas

Exemple:

Il n'y a pas de pharmacie              Er is geen apotheek

Ce n'est pas possible                      Het is niet mogelijk

Au travail !

Wat? Maak exercices 1 & 2 van onderdeel 8 op pagina 22/23.	Met wie en hoe? - Eerste 5 minuten in zs. Daarna mag je overleggen & samenwerken	Tip: Kijk op pagina 21 van je grammaticaboekje
Tijd?		Klaar? - via link in magister getallen leren - classroom oefeningen

magister: https://quizlet.com/50678261/dlb-frans-getallen-0-100-flash-cards/