De ontkenning

De ontkenning
Aan het eind van deze les weet weer je hoe je de ontkenning gebruikt
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

De ontkenning
Aan het eind van deze les weet weer je hoe je de ontkenning gebruikt

Slide 1 - Diapositive

Uit hoeveel delen bestaat de ontkenning en waar zet je hem in het Frans?

Slide 2 - Carte mentale


Maak de volgende zin ontkennend. Gebruik de ontkenning 'niet/geen'

Nous sommes au collège

Slide 3 - Question ouverte


Maak de volgende zin ontkennend. Gebruik de ontkenning 'niet/geen'

Paul et moi avons parlé à notre chat

Slide 4 - Question ouverte


Maak de volgende zin ontkennend. Gebruik de ontkenning 'niet/geen'

L'anglais, c'est difficile

Slide 5 - Question ouverte

De ontkenning
De regel is altijd de volgende:
 

Je zet 'ne' of n' altijd voor de persoonsvorm,
'pas' zet je er altijd achter!


Exemple:
Je ne fais pas de ski          Ik ski niet
Je n'ai pas fait de ski        Ik heb niet geskied

Slide 6 - Diapositive

De ontkenning
Tip: het vinden van de persoonsvorm.
Om de persoonsvorm te vinden: zoek naar:
- namen
- woorden als: je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles
De persoonsvorm staat hier altijd direct achter!



Slide 7 - Diapositive

De ontkenning
Naast ne ... pas zijn er andere ontkenningen en die gaan op precies dezelfde manier: 
  • ne ... plus (niet meer) 
  • ne ... jamais (nooit)
  • ne ... rien (niets)
  • ne ... pas encore (nog niet)
Exemple:
Je ne suis plus malade.           Ik ben niet meer ziek
Je n'ai rien mangé                    Ik heb niets gegeten

Slide 8 - Diapositive


Maak de zin ontkennend: gebruik het woord "nooit" (in het Frans)
J'ai mal à la tête

Slide 9 - Question ouverte


Maak de zin ontkennend: gebruik het woord "niet meer" (in het Frans)
Elle est malade

Slide 10 - Question ouverte


Maak de zin ontkennend: gebruik het woord "niets" (in het Frans)
Nous avons mangé

Slide 11 - Question ouverte


Maak de zin ontkennend: gebruik het woord "nog niet" (in het Frans)
Il est arrivé à la fête

Slide 12 - Question ouverte

De ontkenning
  • De ontkenning van c'est is ce n'est pas
  • De ontkenning van il y a is il n'y a pas
Exemple:
Il n'y a pas de pharmacie              Er is geen apotheek
Ce n'est pas possible                      Het is niet mogelijk

Slide 13 - Diapositive

Ik weet hoe ik de ontkenning moet maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage