Les 5 spreekwoorden lichaamsdelen

woord van de week 
misverstand
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
LogopedieSpeciaal OnderwijsLeerroute 7

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 21 min

Éléments de cette leçon

woord van de week 
misverstand

Slide 1 - Diapositive

Spreekwoorden lichaamsdelen

Slide 2 - Diapositive

Doel:
Je kunt na de les 3 spreekwoorden noemen.

Slide 3 - Diapositive

Waarom is dat belangrijk?
Het is een soort code taal die iets anders bedoelt dan wat je zegt. Het is belangrijk dat je de code taal begrijpt om misverstanden te voorkomen. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Geen ogen in je achterhoofd hebben. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Het kost jouw heel veel geld.
A
Uit je nek kletsen.
B
Geen ogen op de rug hebben.
C
Dat is een rib uit mijn lijf.
D
Een dikke huid hebben.

Slide 14 - Quiz

Heel luid en heftig klagen.
A
Je hart op de tong hebben.
B
Steen en been klagen.
C
Handen tekort komen.
D
Groene vingers hebben.

Slide 15 - Quiz

Onzin vertellen
A
Uit je nek kletsen.
B
Geen ogen op de rug hebben.
C
Het hart op je tong hebben
D
Steen en been klagen

Slide 16 - Quiz

Het heel druk hebben
A
Je hart op de tong hebben.
B
Steen en been klagen.
C
Geen ogen op je rug hebben
D
Handen tekort komen

Slide 17 - Quiz

Van scheldwoorden trek jij je niets aan
A
geen ogen in je achterhoofd hebben
B
steen en been klagen
C
Een dikke huid hebben.
D
het hart op je tong hebben

Slide 18 - Quiz

Zonder na te denken alles wat er in je opkomt meteen zeggen.
A
handen te kort komen
B
het hart op de tong hebben
C
steen en been klagen
D
groene vingers hebben

Slide 19 - Quiz

Tijdens de voetbalwedstrijd kan de scheidsrechter niet alles zien
A
handen te kort komen
B
steen en been klagen
C
Groene vingers hebben
D
geen ogen in je achterhoofd hebben

Slide 20 - Quiz

Je vind het leuk om plantjes te verzorgen
A
Je hart op de tong hebben
B
Uit je nek kletsen
C
Groene vingers hebben
D
Dat is een rib uit mijn lijf

Slide 21 - Quiz

Doel:
Je kunt na de les 3 spreekwoorden noemen.
(naamkaartje trekken)

Slide 22 - Diapositive