Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
2 KGT 3.3 Lezen deel 1
Slide 1 - Diapositive
Doelen van deze les
Je kunt meningen en argumenten herkennen
Je herkent signaalwoorden die een reden aangeven
Je kunt signaalwoorden die een reden aangeven gebruiken in je eigen zinnen
Al je vragen zijn gesteld en beantwoord
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Mening en argument
Als je vertelt wat je van iets vindt, dan geef je je mening. Vaak geef je daar een argument bij: de reden waarom je iets vindt. Hoe beter het argument is, hoe eerder de ander het met je eens zal zijn.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
aan de slag!
Maak opdracht 1, 3 en 4 blz . 188/189
timer
1:00
Slide 6 - Diapositive
Signaalwoorden: reden
In een tekst geven signaalwoorden het verband aan tussen woorden, zinnen of alinea’s.
Deze signaalwoorden geven een reden aan: want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk.
Ook een argument is een reden: de reden waarom je iets vindt.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Lees ook blz. 190 in je boek!
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Bedenk zelf een zin waarin een signaalwoord van reden voorkomt
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het signaalwoord van reden in deze zin:
"Ik heb in deze les geleerd over argumenten en redenen omdat ik goed heb opgelet."
Slide 12 - Question ouverte
Doelen van deze les
Je kunt meningen en argumenten herkennen
Je herkent signaalwoorden die een reden aangeven
Je kunt signaalwoorden die een reden aangeven gebruiken in je eigen zinnen
Al je vragen zijn gesteld en beantwoord
Slide 13 - Diapositive
Wat kan ik nog doen om jou deze doelen te laten bereiken?