2BK 3.3 Lezen deel 1+2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

2B Nederlands 3.3 Lezen deel 1

Pak voor je: Je Nederlands boek op blz. 162

Doelen van deze les

• Je kunt feiten, meningen en argumenten herkennen

Feit of mening?

Feit:

• Uitspraak over iets wat waar of niet waar is
• Een feit kan je controleren

Mening:

• Wat iemand ergens van vindt
  
• Het is niet controleerbaar
  
• Je kunt het eens of oneens zijn

Mening en argument

Als je vertelt wat je van iets vindt, dan geef je je mening.

 Vaak geef je daar een argument bij: de reden waarom je iets vindt. Hoe beter het argument is, hoe eerder de ander het met je eens zal zijn.

Feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

'...want het is een veelzijdig vak.'

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Koken is moeilijk.

1. feit
2. mening
3. argument

Feit, mening, of argument?
Chocolade is lekker.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Omdat ik morgen naar de tandarts moet.

1. Feit
2. Mening
3. argument

Aan de slag!

Maak opdracht 1, 2, 3 en 4  blz . 162/163

Klaar: Ga dan oefenen in 'Versterk jezelf'

werkwoorden 

Nederlands 3.3 deel 2

Blz. 164 van je boek

Lesdoel

Je herkent signaalwoorden die een reden aangeven

Je kunt signaalwoorden die een reden aangeven gebruiken in je eigen zinnen

Welke signaalwoorden ken jij nog
(denk aan de signaalwoorden voor een tegenstelling, voorbeeld of opsomming)?

Nieuw: signaalwoorden voor een reden

In een tekst geven signaalwoorden het verband aan tussen woorden, zinnen of alinea’s. 

Deze signaalwoorden geven een reden aan: want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk. 

Ook een argument is een reden: de reden waarom je iets vindt.

Lees ook blz. 164 in je boek!

Bedenk zelf een zin waarin een signaalwoord van reden voorkomt

Wat is het signaalwoord van reden in deze zin:

"Ik heb in deze les geleerd over argumenten en redenen omdat ik goed heb opgelet."

Aan de slag

Maak opdr. 5, 7, 8, 9

Wat kan ik nog doen om jou deze doelen te laten bereiken?