1-2-2 Gasbrander

       Gasbrander
Spoorboekje:
5 min - Huiswerk bespreken
5 min - leerdoelen uitleggen
30 min - Practicum gasbrander
5 min - samenvatting






Wat heb je nodig? DEVICE dus laptop of tablet
en in noodgeval je telefoon
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

       Gasbrander
Spoorboekje:
5 min - Huiswerk bespreken
5 min - leerdoelen uitleggen
30 min - Practicum gasbrander
5 min - samenvatting






Wat heb je nodig? DEVICE dus laptop of tablet
en in noodgeval je telefoon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

 Huiswerk
AFSPRAKEN HUISWERK:
- Digitale methode je maakt het op de computer.
Via magister naar (Nova nask max)

Als je het niet hebt kunnen maken tijdens de les, maakt je huiswerk altijd de avond van tevoren af.
Je krijgt een cijfer voor je huiswerk als je alle paragrafen van het hoofdstuk af hebt!!!!!

Slide 3 - Diapositive

              Leerdoelen:
* Ik kan veilig en volgens voorschriften met de gasbrander werken.
* Je kunt de werking van de brander uitleggen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat heb je
vandaag geleerd?

Slide 10 - Carte mentale

Geef een cijfer voor de les.
Hoe vond je het gaan?
0100

Slide 11 - Sondage

les over Practicum
Spoorboekje:
5 min - Huiswerk bespreken
5 min - leerdoelen uitleggen
30 min - les en misschien even kijken in lokaal 018
5 min - samenvatting
rest
  van
     tijd
       Huiswerk
              maken
        H1 par: 3





Wat heb je nodig?
             DEVICE
                     dus
                        laptop of tablet

                         en in noodgeval je
                                                telefoon

Slide 12 - Diapositive

leerdoelen
1.3.1 Je kunt practicummateriaal herkennen.
1.3.2 Je kunt de toepassing van practicummateriaal benoemen.
1.3.3 Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practicum noemen.
1.3.4 Je kunt de werking van de brander uitleggen.

Slide 13 - Diapositive

Start je device
Dus je laptop!!
Ga naar magister .
dan NOVA Nask Max opstarten.
naar H1 par 3

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Bij natuurkunde en scheikunde hoort practicum.
Wat doe je bij een practicum onderzoek

A
Bij practicum doe je onderzoek naar natuurverschijnselen.
B
Bij practicum doe je onderzoek naar mensen
C
Bij practicum doe je onderzoek naar bomen en planten
D
Bij practicum doe je onderzoek naar scheikunde

Slide 17 - Quiz

wat kun je goed gebruiken bij:
mengen van vloeistoffen
scheikundeproefjes
A
maatcilinder
B
kookkolf
C
reageerbuis
D
statiefvoet

Slide 18 - Quiz

wat is een reageerbuisrek
A
iets vast zetten
B
opbergen van reageerbuizen
C
verwarmen van vloeistoffen
D
vast houden tijdens verwarmen van reageerbuis

Slide 19 - Quiz

wat zijn practicummaterialen
A
spullen om te kunnen tekenen
B
Spullen die je bij practicum gebruikt.
C
Spullen die je bij de les nodig hebt
D
weet ik niet

Slide 20 - Quiz

Wat zijn veiligheidsregels ?
A
Niet eten of drinken in het lokaal. Proef nooit van stoffen.
B
Luister naar je leraar en doe wat je leraar zegt.
C
Draag een veiligheidsbril als dat nodig is.
D
A , B en C zijn alle 3 goed

Slide 21 - Quiz

Wat heb je
vandaag geleerd?

Slide 22 - Carte mentale

Geef een cijfer voor de les.
Hoe vond je het gaan?
0100

Slide 23 - Sondage

Huiswerk
maken voor volgende week woensdag
Hoofdstuk 1
paragraaf 3

Slide 24 - Diapositive

        Meten
Spoorboekje:
5 min - Huiswerk bespreken
5 min - leerdoelen uitleggen
30 min - les
5 min - samenvatting
rest
  van
     tijd
       Huiswerk
              maken
        H1 par: 4





Wat heb je nodig?
             DEVICE
                     dus
                        laptop of tablet

                         en in noodgeval je
                                                telefoon

Slide 25 - Diapositive

Leerdoelen
1.4.1 Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
1.4.2 Je kunt het verschil uitleggen tussen analoge en digitale meetapparatuur.
1.4.3 Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
1.4.4 Je kunt enkele meetapparaten aflezen.
1.4.5 Je kunt enkele eenheden naar elkaar omrekenen.

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk
maken voor volgende week woensdag
Hoofdstuk 1
paragraaf 4

Slide 27 - Diapositive