3M2: H1-1.7 (1)

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom!

     ga rustig zitten

     leg je spullen op tafel

     

Programma

• Aanwezigheidscontrole
• 1.7 Exponentiele groei

• Opgaven maken
• Afsluiting  

Aanwezigheidscontrole

 1.7 Exponentiële formule

Deze les leer je:

• wat exponentiële groei is
• de exponentiële formule
• hoe je aan de groeifactor komt 

    

 1.7 Exponentiële formule

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

Hoe bereken je de groeifactor?

 1.7 Exponentiële formule

toename  =  3% 

Je start met 100:
 100  + 3  = 103 

Dan deel je weer door 100:
  103 : 100 = 1,03

Hoe bereken je de groeifactor?

 1.7 Exponentiële formule

Wat is de groeifactor bij een toename van 2,4 %?

 1.7 Exponentiële formule

 100  + 2,4  = 102,4 

  

Wat is de groeifactor bij een toename van 2,4 %?

 1.7 Exponentiële formule

 100  + 2,4  = 102,4 

  

 102,4 : 100 = 1,024

Wat is de groeifactor bij een toename van 2,4 %?

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

Wat is het begingetal?

 1.7 Exponentiële formule

Het begingetal:

is het getal waarmee je start.

 1.7 Exponentiële formule

Het begingetal:

is het getal waarmee je start.

Lisa betaalt 120 euro huur, dit wordt 4 jaar lang verhoogt met 2 %.

 1.7 Exponentiële formule

Het begingetal:

is het getal waarmee je start.

Lisa betaalt 120 euro huur, dit wordt 4 jaar lang verhoogt met 2 %.

Begingetal: 120 euro

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

De tijd is de exponent

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

Tom laat 200 euro 5 jaar op de bank staan. Hij krijgt 3% rente.

Wat wordt de formule? 

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

Tom laat 200 euro 5 jaar op de bank staan. Hij krijgt 3% rente.

Wat wordt de formule? 

aantal=200⋅1,03​5​​

Zelfstandig aan de slag:

Je werkt volgens je planner en kijkt na!

Kom je er niet uit?

Lees de gele blokken theorie!

Lukt het toch niet? 

Overleg met een klasgenoot in je groepje

Komen jullie er samen niet uit?

Steek je vinger op!