V6 - Examentraining 1


Welkom V6!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon


Welkom V6!

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Plan van aanpak!
  2. Hoe pak je een examentekst aan?
  3. Zelf aan de slag: een examentekst lezen
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

Plan van aanpak
  1. Aanpak examen - de basis --> week 10
  2. Verschillende vraagtypes --> week 11
  3. Argumentatie --> week 12
  4. Oefenen --> tussendoor
  5. Woordenschat --> tussendoor

Slide 3 - Diapositive

Uit welke onderdelen bestaat het examen Nederlands?
A
begrijpend lezen
B
schrijven zakelijke brief of e-mail
C
begrijpend lezen, woordenschat en schrijven
D
leesvaardigheid en schrijfvaardigheid

Slide 4 - Quiz

Hoelang duurt het examen Nederlands?
A
180 minuten
B
100 minuten
C
120 minuten
D
146 minuten

Slide 5 - Quiz

Wat mag je op je tafel hebben bij het examen Nederlands?
A
schrift en pen
B
pen, aantekeningen en woordenboek
C
alleen een pen
D
schrijfgerei en een woordenboek

Slide 6 - Quiz

Uit hoeveel teksten bestaat het examen Nederlands?
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 7 - Quiz

Als er staat: gebruik voor je antwoord maximaal 10 woorden en je gebruikt 11 woorden...
A
dan kost je dat een punt.
B
dan worden alleen de eerste 10 woorden meegerekend bij het antwoord.
C
dan is dat geen probleem.
D
dan moet je het examen overdoen.

Slide 8 - Quiz

Wat mag je NIET doen als er gevraagd wordt een lange zin uit een tekst te citeren?

A
Alleen het regelnummer noteren.
B
De hele zin opschrijven.
C
Het eerste en laatste woord met puntjes ertussen noteren.
D
De eerste en laatste twee woorden met puntjes ertussen noteren.

Slide 9 - Quiz

Welke uitspraak over de hoofdgedachte van de tekst is NIET waar?
A
Je kunt die vaak vinden in de eerste en/of laatste alinea van de tekst.
B
Het is een zin waarin het belangrijkste staat wat er over het onderwerp wordt gezegd.
C
Dat is het onderwerp van de tekst.
D
Soms moet je de hoofdgedachte zelf verwoorden.

Slide 10 - Quiz

Wat moet je NIET doen als je een tekst(gedeelte) moet samenvatten?
A
voorbeelden noemen
B
toelichting geven
C
telegramstijl gebruiken (puntjes onder elkaar)
D
A, B en C

Slide 11 - Quiz

Wat doe je al je op je examen een moeilijk woord tegenkomt?

Slide 12 - Question ouverte

Waarom is de uitspraak 'oefening baart kunst' van toepassing op het examen Nederlands?

Slide 13 - Question ouverte

Stel je krijgt deze vraag op het examen. Wat doe je?

Slide 14 - Question ouverte

En wat doe je bij deze vraag?

Slide 15 - Question ouverte

En bij deze?

Slide 16 - Question ouverte

Zelf aan de slag
  • Ga nu tekst 4 Wat is slim?  lezen met je markeerstift: markeer kernzinnen en signaalwoorden. Deze tekst staat ook in je oefenboek op blz. 248
  • Streep moeilijke woorden aan, probeer de betekenis te achterhalen door de context
  • Jullie krijgen voor het lezen van deze tekst 10 minuten de tijd.
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Deze tekst neem je de volgende keer weer mee!

Slide 17 - Diapositive

Welke moeilijke woorden ben je tegengekomen in de tekst?

Slide 18 - Carte mentale

Vond je het lastig om kernzinnen aan te strepen in de tekst?
ja
nee
een beetje
wat zijn kernzinnen überhaupt!?

Slide 19 - Sondage

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les, woensdag 13 maart 
  • Huiswerk: Bekijk deze LESSONUP nogmaals en maak de vragen bij tekst 4 (blz. 248-249)
  • Meenemen: laptop, schrift, pen, oefenboek!
  • Programma: Leesvaardigheid - vraagtypen

Slide 20 - Diapositive