V4 Woche 15

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Was weißt du noch?

Tijdens de les:

was weißt du noch? (10 Min.)

Lesetexte (35 Min.)

Lesetext 2

Vertaal!

1. groot
2. klein
3. mooi
4. aardig
5. goed

1. groß
2. klein
3. schön
4. nett
5. gut

groot

klein

mooi

aardig

goed

Tijdens de les:

Was weißt du noch? (10 Min.)

Trappen van vergelijking (15 Min.)

Machen: 9, 10 11 S. 155 (20 Min.)

de overtreffende trap

In het Duits maak je de overtreffende trap door voor het woord (stellende trap) am te zetten en -sten achter het woord:

am kleinsten

Let op !:

Woorden die eindigen op -d, -t of -s klank (-s,-ss,-ß, z, sch) krijgen in de overtreffende trap: esten!:

stellende trap: spät

vergrotende trap: später

overtreffende trap: am spätesten

uitzonderingen zijn:

goed        gut         besser       am besten

veel           viel        mehr         am meisten

graag       gern      lieber         am liebsten

groot        groß      größer       am größten

hoog         hoch      höher      am höchsten

vergelijkingen van gelijke waarden

Vergelijkingen van iets of iemand met iets of iemand dat van gelijke waarde is, benoem je als volgt:

Das Auto von meinem Bruder und das Auto von mir sind gleich (even)groß.

of

Das Auto von meinem Bruder ist genauso (even/net zo)groß wie mein Auto.

Hier wordt het bijvoeglijk naamwoord in de basisvorm gebruikt.

Hast du genügend gelernt?

https://wheelofnames.com/nl/fsh-kuy 

groen=

• grün
• grüner
• am grünsten

goedkoop=

• billig
• billiger
• am billigsten

Noteer in het Duits van beide woorden de stellende, vergrotende en overtreffende trap.