instructie Nieuwsbegrip JFR

instructie Nieuwsbegrip 
Verwijswoorden 

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

instructie Nieuwsbegrip 
Verwijswoorden 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

pak je wisbordje 
of papier en pen 

Slide 7 - Diapositive

verwijswoorden 1: 
  Titel:    Schoenen aangespoeld.  
Veel inwoners op het eiland Texel hadden geluk.  Ze (1) vonden op het strand veel schoenen.
Die waren aangespoeld vanuit de zee. Je kon ze (2) pakken en meenemen. De schoenen waren in zee gevallen van een schip. Dat kwam door een harde wind en door hoge golven.
1 Wat betekent “ze (1)” ? _____________________________
2 Wat betekent “die” ? _____________________________
3 Wat betekent “ze (2)” ? _____________________________
4 Wat betekent “dat” ? _____________________________

Slide 8 - Diapositive

verwijswoorden 2
Zomertijd 
 In maart begint de zomertijd.
Dan gaat om 2 uur ’s nachts de klok naar 3 uur. De klok gaat een uur vooruit.
Veel mensen vinden dit moeilijk te onthouden. Ze hebben moeite met de zomertijd.
Op 29 oktober begint de wintertijd.
Dan wordt de klok teruggezet.
 
 Wat betekent “dan” ? _____________________________
2 Wat betekent “dit” ? _____________________________
3 Wat betekent “ze” ? _____________________________
4 Wat betekent “dan” ? _____________________________

Slide 9 - Diapositive

verwijswoorden 3: opgebrand zijn
Veel mensen hebben het te druk op kantoor. Daar hebben ze teveel werk.
Dat (1) krijgen ze niet af.
Ze voelen zich dan erg moe en ziek.
Dat (2) heet een "burn-out".
1 Wat betekent “daar” ? _____________________________
2 Wat betekent “ze” ? _____________________________
3 Wat betekent “dat (1)” ? _____________________________
4 Wat betekent “dan” ? _____________________________
5 Wat betekent “dat (2)” ?

Slide 10 - Diapositive

verwijswoorden 4: 
Voetballer bij Ajax 
Maduro is een voetballer bij Ajax. Hij speelt daar al 6 jaar.
Zijn training begint om 10 uur. Die duurt ongeveer 2 uur.
Maduro zegt over zichzelf:
“Ik wilde altijd graag voetballen. 
Het liefst bij Ajax.”
1 Wat betekent “hij “ ? _____________________________
2 Wat betekent “daar” ? _____________________________
3 Wat betekent “die” ? _____________________________
4 Wat betekent “ik” ? _____________________________
5 Wat betekent “het” ? _____________________________

Slide 11 - Diapositive

verwijswoorden 5: de Panda 

De Panda is een beer met een zwart-witte vacht. Hij leeft in China. Hij leeft daar in de bergen. De Panda eet wel 20 kilo bamboe per dag.
Dat (1) is een soort gras met holle stengels. eet Panda’s houden ook van rust. Dat (2) vinden ze in de bergen van China.

1 Wat betekent “hij “ ? _____________________________
2 Wat betekent “daar” ? _____________________________
3 Wat betekent “dat (1)” ? _____________________________
4 Wat betekent “dat (2)” ? _____________________________
5 Wat betekent “ze” ? _____________________________

Slide 12 - Diapositive

verwijswoorden6: 
Rij 80kilometer


In Nederland is de lucht vuil.
Dat komt omdat er veel auto’s rijden.
Uit auto’s komen veel uitlaatgassen (rook).

Deze rook is slecht voor onze gezondheid.
Daarom (1) is het belangrijk dat de lucht schoner wordt. 
Daarom (2) mag je op sommige plaatsen nog maar 80 kilometer per uur rijden.
Er zijn nu 5 plaatsen waar je niet meer 100 of 120 mag rijden. Ze liggen bij grote steden.
Wat betekent “dat “ ? _____________________________
2 Wat betekent “daarom (1) ” ? _____________________________
3 Wat betekent “daarom (2)” ? _____________________________
4 Wat betekent “er” ? _____________________________
5 Wat betekent “ze” ? _____________________________

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive