T5 B1 KT

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

B1 Je omgeving waarnemen

• Zitten volgens de plattegrond
• Spullen op tafel

       Boek, werkboek, schrift

• Tas van tafel
• Lees blz. 76 t/m 78

Kennen/Kunnen

• Je kunt de 5 zintuigen benoemen
• Je kunt het verschil tussen een prikkel en een impuls uitleggen.
• Je kunt beschrijven welke invloed een prikkel op een impuls heeft en andersom.

Welke zintuigen ken jij?

Zintuigen:

• Ogen
• Oren
• Tong
• Neus
• Huid

Prikkels:

• Licht
• Geluid
• Smaken
• Geuren
• Temperatuur, druk, structuren, pijn

Prikkels en impulsen

• Prikkels = invloeden van buitenaf
• Zintuig zet prikkel om in impuls
• Impuls = signaal in de zenuwen

Welke prikkels zijn er in deze situatie?

Impulsen

Impulsen = signalen in zenuwen

Zintuig ---> hersenen 

Hierdoor merk je dat je iets ruikt

Hersenen ---> spieren

Hierdoor kun je je arm bewegen

Welke prikkel(s) zijn belangrijk in deze situatie, en wat zullen de hersenen laten gebeuren?
Je bent aan het koken. Je pakt een pan bij het (hete) metalen handvat. De pan heeft al 10 minuten op het fornuis gestaan.

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 76 t/m 78
  
• Maken Opdr. 1 t/m 10 blz. 78-83

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zs = Werken in stilte

• Geen vinger opsteken
• Aan het werk
• Stil en stoor niemand
• Blijf op je plek

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 76 t/m 78
  
• Maken Opdr. 1 t/m 10 blz. 78-83

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Geen vinger opsteken
• De docent komt langs
• Aan het werk
• Fluister alleen met de persoon naast je
• Blijf op je plek

Opruimdienst

Vandaag zijn dit

• Alle tafels recht
• Stoelen aangeschoven
• Grond vrij van afval
• Tafels leeg