Les 3 signaalwoorden twijfelwoorden dubbelop door elkaar P1-jaar 2 3F
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Deze bloemen zijn voor jouw
Deze zin is:
Deze zin is:
A
fout geschreven
B
goed geschreven
Slide 3 - Quiz
Is dit uw e-mailadres?
Deze zin is
Deze zin is
A
goed geschreven
B
fout geschreven
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Diapositive
Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
Slide 7 - Quiz
De motivatie van de leerlingen is een beetje weg, omdat het bijna vakantie is.
Tekstverband + signaalwoord?
Tekstverband + signaalwoord?
A
tegenstelling + vakantie
B
voorbeeld + motivatie
C
voorwaarde + beetje
D
reden/ oorzaak gevolg + omdat
Slide 8 - Quiz
De instructeur zegt 'als het fout gaat dan grijp ik in maar ik probeer zo min mogelijk te zeggen.
Welk signaalwoord gebruikt hij om een tegenstelling aan te geven?
Welk signaalwoord gebruikt hij om een tegenstelling aan te geven?
A
als
B
zo min mogelijk
C
zegt
D
maar
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Ik teken een ronde cirkel op het blad.
A
De zin is goed
B
De zin klopt niet
Slide 12 - Quiz
Bij zo'n operatie is er een kans op mogelijke complicaties.
A
De zin is goed
B
De zin klopt niet
Slide 13 - Quiz
Het maakt geen verschil uit.
A
De zin is goed
B
De zin klopt niet
