Les 6 - Voorbereiding debat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Welkom bij Nederlands

Vandaag: voorbereiding debat

Terugblik

Lesprogramma

- uitleg debat (13 minuten);

- gezamenlijk 1 debat oefenen (15 minuten); 

- groepjes maken (5 minuten); 

- stellingen bespreken (1 minuut);

- terugblik + vooruitzicht (1 minuut). 

Het debat

In een debat verdedig je een stelling of val je deze aan. 

Je hoort dus bij de partij die voor de stelling is of bij de partij die tegen de stelling is. 

Beide partijen proberen het publiek of een jury (de klas) te overtuigen met goede argumenten.

Het debat - de regels

- Je laat elkaar altijd uitpraten. Je mag niet door elkaar heen praten. 

- Je praat richting de jury (docent).

- Je moet het debat haarscherp voorbereiden. Anders heb je geen argumenten. 

- Je mag pas praten als je jouw naam hebt gehoord van de gespreksleider. 

Zo hou je een debat

1. Maak twee partijen (groep A + groep B). 

2. Spreek af over welke stelling je gaat debatteren en wie voor en wie tegen de stelling is.

3. Bedenk argumenten voor of argumenten tegen de stelling.

Opbouw debat

1. Spreekronde voorstanders (1 minuut)

2. Spreekronde tegenstanders (1 minuut)

3. Debatronde (5 minuten)

4. slot voorstanders (30 seconden)

5. slot tegenstanders (30 seconden)

Korte oefening:

Groep A (twee leerlingen)

Groep B (twee leerlingen)

Voorzitter/gespreksleider: één leerling

Jury = docent mevrouw Schuit

Stelling: 

Centrale Examens moeten afgeschaft worden.

*kleine voorbereiding (2 minuten)* 

1. Spreekronde voorstanders (20 seconden)

2. Spreekronde tegenstanders (20 seconden)

3. Debatronde (2  minuten)

4. slot voorstanders (10 seconden)

5. slot tegenstanders (10 seconden)

Rollen verdelen + stellingen bespreken

1. Al het openbaar vervoer moet gratis worden. 

2. Leerlingen moeten ieder jaar vijf snipperdagen op kunnen nemen. 

3. Zeer harde muziek bij uitgaansgelegenheden moet verboden worden. 

4. Alcoholreclame moet verboden worden.

5. ......

Volgende les

Het debat - de eindopdracht 

Lesdoelen

1. Aan het einde van de les kun je in eigen woorden vertellen wat een debat is en hoe je debat voert. 

2. Aan het einde van de les heb je geoefend met debatteren. 

3. Aan het einde ben je bezig geweest met de voorbereiding op het debat dat jij met je groepje gaat voeren.