Werkwoordspelling
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Werkwoordspelling
Slide 2 - Carte mentale
Wat is de regel bij de pv tt?
Slide 3 - Question ouverte
Wanneer gebruik je 't ex-kofschip?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?
Slide 5 - Question ouverte
Suus is vandaag naar Schotland gereis...
Slide 6 - Question ouverte
De vriendinnen zaten lachen... op de achterbank.
Slide 7 - Question ouverte
Noah heeft per ongeluk een punaise ingeslik...
Slide 8 - Question ouverte
Mijn moeder heeft vandaag een overschotel berei...
Slide 9 - Question ouverte
Mijn zus (surfen) de hele avond rond op internet.
A
surft
B
surfd
C
surfdt
Slide 10 - Quiz
Joop (verbazen) zich over de onverschillige houding van zijn vriend.
A
verbaasdt
B
verbaasd
C
verbaast
Slide 11 - Quiz
Gisteren (bereiden) Marianne een heerlijke maaltijd.
A
bereide
B
bereidde
C
bereiden
D
bereidden
