W4 EN 2HM Les 3

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Your goals

You will practice more with the Present Perfect

Vocab  4.2

What is the present perfect?
Wat weet je nog over de present perfect?

present perfect:

has/have + voltooid deelwoord

'has' wordt gebruikt bij he, she, it

1. waar
2. niet waar

Hoe maak je de present perfect?

Maak de present perfect:
He listens

Maak present perfect:
John lives

Present perfect:
The students judge everyone

Present perfect:
I walk to school

I lived in Italy

I have lived in Italy

Present Perfect

Past Simple

Workbook

Do exercise 8 (page 125)

Vocab!

Now let's move on to the vocab of lesson 2.
Grab your coursebook on page 116 and study the words before you answer the questions in the following slides.

Vertaling van:
Eigenlijk

Vertaling van:
Uitvinder

Vertaling van:
Wiel

Vertaling van:
Soort

Vertaling van:
Realistisch

Vertaling van:
Waarschijnlijk

Vertaling van:
Ontwerp

Vertaling van:
Inzending

Vertaling van:
Echt

Vertaling van:
Zeker

Look back

You practiced with 4.2 Present Perfect

You did exercise 8

You practiced with vocab 4.2

Look forward

For next week:

4.3 Past Simple