Donderdag 11 mei 2023

• ANT2+
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Donderdag 10 mei  2023

08.30 - 9.20 uur Beroepsonderwijs	12.10 - 12.40 uur pauze
9.20 - 10.10 uur	12.40 - 13.30 uur Disk / spagettibrug
10.10 - 10.30 uur pauze	13,30 - 14.20 uur Djembé
10.30 - 11.20 uur woordenschat thema geld en werk
11.20 - 12.10 uur rekenen met meneer Antoon

Pauze

    Pauze 

Woordenschat

Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema Geld en Werk

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

duur

• als iets veel geld kost 
• tegenstelling: goedkoop
• de duur: de tijd dat iets duurt
• Zin: De lange duur van de voorstelling was een probleem voor de kinderen.
• Zin: Zijn vrouw koopt altijd dure kleren.

gelijk

• precies zoals iets of iemand anders; hetzelfde;  dezelfde
• op dezelfde manier = identiek
• op hetzelfde moment ; gelijktijdig
• meteen = direct, dadelijk
• Zin: De regels in het verkeer zijn niet in alle landen gelijk.
• Zin: Toen ze thuiskwam, ging ze gelijk naar bed.

kwijt

• als je iets niet kunt vinden; iets is weg
•  iets kwijt zijn; iets niet kunnen vinden
• iets kwijt willen; iets willen vertellen
• Zin: Ik ben mijn tas kwijt; heeft iemand hem gevonden?
• Zin: De minister wilde niets kwijt over wat hij met de koning besproken had.

lenen

• iets van iemand anders gebruiken en dat daarna weer teruggeven
• voor een tijdje aan iemand anders geven = uitlenen
• iets te leen hebben
• Zin: Ik heb een paar boeken te leen van mijn zus.
• Zin: Ik wil je dat boek wel lenen, maar volgende week wil ik het terug!

officieel

• iets wat officieel gebeurt, gebeurt netjes en volgens de regels
•  officiële zaken zijn goedgekeurd door instellingen of door de overheid 
• tegenstelling: officieus; niet volgens de regels
• Zin: Het officiële bericht luidt dat morgen alle treinen weer rijden.
• Zin: Het is nu officieel, ik heb mijn diploma.

Wat betekent :
officieel

1. iets volgens de regels
2. iets wat netjes gebeurt
3. iets wat niet gaat volgens de regels
4. iets wat niet netjes gebeurt

Waar wordt het woord:
kwijt
goed gebruikt?

1. Ik heb kwijtgeraakt mijn portemonnee.
2. Mijn tas is weg, ik kan hem niet vinden.
3. Mijn jas hangt aan de kapstok.
4. Mijn mobiel heeft een witte kleur. Dat is opvallend.

Bij welke zin past het woord:
gelijk

1. ze zijn het zelfde
2. ze lijken op elkaar
3. verschillend
4. elke dag anders

Heb jij wel eens wat geleend? Wat?

Zoek een foto van iets wat heel duur is.

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Die auto is vast heel erg .............., want hij is erg mooi.

De man heeft zijn vrouw ................... ten huwelijk gevraagd.

Wij zijn onze hond ............., hij is verdwenen in het bos.

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je één zin met 1 van de woorden. Vertel deze zin aan de klas.

Kies uit de woorden: 

merken

het pond

tot en met

zogenaamd

onbekend

Rekenen

Pauze

    Pauze 

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Internet en social media.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!