Argumenteren en mening verwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Argumenteren

Theorie 

Stelling: een bewering over een onderwerp om een discussie op gang te brengen.

mening: daarmee geef je je standpunt (vóór of tegen) over dat onderwerp.

Argument: reden waarmee je anderen overtuigt van je standpunt.

 Feit: kan je controleren. Deze uitspraak is waar.

Staat hier een feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Wat is een argument?

1. een argument is bewijsbaar
2. een argument is een reden waarom jij iets vindt

mening

feit

standpunt

objectief

subjctief

stellingname

kun je over discussiëren

kun je controleren

Alle lantaarnpalen moeten ’s nachts uit

1. stelling
2. mening
3. argument

Alle lantaarnpalen moeten ’s nachts uit, dat is beter voor het milieu

1. stelling
2. mening
3. argument

Alle lantaarnpalen moeten ’s nachts uit, dat bespaart kosten.

1. stelling
2. mening
3. argument

Enkele stellingen

Wat is jouw mening en argument

Alcohol moet verboden worden voor jongeren tot 20 jaar.

1. stelling
2. mening
3. argument

Ben je vóór of tegen?

1. voor
2. tegen
3. geen mening

Ouders mogen altijd op je telefoon meekijken

1. stelling
2. mening
3. argument

Ben je vóór of tegen?

1. voor
2. tegen
3. geen mening

Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden

1. stelling
2. mening
3. argument

Ben je vóór of tegen?

1. voor
2. tegen
3. geen mening

De gegevens van jongeren die online pesten moeten gepubliceerd worden

1. stelling
2. mening
3. argument

Ben je vóór of tegen?

1. voor
2. tegen
3. geen mening

Je moet altijd toestemming vragen voordat je een foto van iemand deelt

1. stelling
2. mening
3. argument

Ben je vóór of tegen?

1. voor
2. tegen
3. geen mening

Zijn er nog vragen?

Wat is een dilemma?

Een situatie waarin je moet kiezen tussen twee lastige (of soms leuke) dingen.

Je krijgt zo een dilemma te zien:

Maak je keuze --> je geeft dus je mening.

Vertel waarom je deze keuze maakt --> je geeft dus een argument.

Dit doe je in je hoofd en als je je antwoord wil delen, steek je je hand op.

Argumenteren