Les 15

Les 15
Frans 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 15
Frans 

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen    
  • Frans feitje                                   
  • On y va
  • Paragraphe A
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Devoirs 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les...

...kan ik woorden opnoemen die te maken hebben met Franse eet producten.

...ken je woorden die te maken hebben met iets bestellen. 

...weet je hoe je mannelijke en vrouwelijke woorden sneller kunt onthouden. 

Slide 3 - Diapositive

Presentie

Slide 4 - Diapositive

- Frans feitje -

  Wist je dat....
De meest gedronken drank in Frankrijk niet wijn is, maar mineraalwater? De Fransen drinken namelijk 103 liter mineraal water per jaar per persoon.

Wat zou hiervoor een reden zijn, denk je?

Slide 5 - Diapositive

On y va
On regarde (      ) le film deux fois: c'est une introduction du chapitre 2.

Daarna maken jullie ex. 1a, b en ex. 2a, b en c.

Slide 6 - Diapositive

Paragraphe A: vocabulaire
Een korte herhaling. 

Pak p.92 en 93 erbij. Aan een woord kun je zien wanneer het mannelijk en wanneer het vrouwelijk is. Hoe ook alweer?

Kleur (colorie) nu voor elk mannelijk en vrouwelijk woord in voca  A het rondje blauw (m) of rood (v). 

Slide 7 - Diapositive

Paragraphe A: vocabulaire
Herhalen. 

Maintenant, choisis quatre mots du voca A. 
- Het woord moet le of la ervoor hebben staan.
- Kies tenminste één woord uit met een l' er voor. 
- Kies tenminste één woord uit met 'les' ervoor.
- Vervang deze lidwoorden met un, une of des.
- Wissel van rol.
- Kies allebei 4 woorden uit de Voca lijst A.

Slide 8 - Diapositive

Au travail!
Maintenant, c'est à vous:
Fait ex. 6a, b et 7a, b.

Vous avez 10 minutes:
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Afsluiting
Noem eens 2 woorden die jij nu kent en te maken hebben met eten. 

Noem eens 1 woord die te maken heeft met iets bestellen. 

Leg uit hoe je weet of een woord mannelijk of vrouwelijk is. 

Slide 10 - Diapositive

Devoirs
Faire ex. 6 en 7. 
Apprendre voca A

Slide 11 - Diapositive