BSR 17/09 2(a)ha Cursus Taal §5 beeldspraak

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
§5 Beeldspraak
  • Lees verder in 'Rebel met vleugels'
    tot en met blz. 37.
  • Log in op LessonUp!
  • Kijk je huiswerk zelfstandig na via
    Magister -> leermiddelen.
Cursus 4: TAAL
timer
20:00
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
§5 Beeldspraak
  • Lees verder in 'Rebel met vleugels'
    tot en met blz. 37.
  • Log in op LessonUp!
  • Kijk je huiswerk zelfstandig na via
    Magister -> leermiddelen.
Cursus 4: TAAL
timer
20:00

Slide 1 - Diapositive

Probeer in drie zinnen samen te vatten wat je zojuist hebt gelezen.

Slide 2 - Question ouverte

  • Je kunt uitleggen wat beeldspraak is.
  • Je weet wat de functie van beeldspraak is.
  • Je kunt een vergelijking, een metafoor en een personificatie herkennen.
Lesdoelen

Slide 3 - Diapositive

In deze les gaan we:
  • terugblikken op de vorige les;
  • twee paragrafen van
    Cursus 4: Taal  behandelen;
  • in gesprek over de begrippen  morfologie, woordvorming, voor- en achtervoegsel (prefix en suffix) en morfeem.

Slide 4 - Diapositive

  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  • Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  • Als een klasgenoot aan het woord is,
    is de rest van de klas stil.
  • Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.
De regels tijdens de lessen Nederlands

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

De vergelijking
  • Waarom gebruiken we vergelijkingen?
  • Beeldspraak waarbij je iets wat er echt is (object) vergelijkt met iets wat erop lijkt (beeld). 
  • Te herkennen aan signaalwoorden van vergelijking (zo ... als ..., lijkt  wel (een) ...). 

'Na de halve marathon was hij (o) zo rood als een tomaat (b).'
=

Slide 8 - Diapositive

De metafoor
  • Beeldspraak waarbij object en beeld samenvallen. Het object (o) wordt weggelaten en wordt vervangen door het beeld (b).
  • Je moet zelf de betekenis achter het beeld (b) vaststellen.

'De tomaat haalde een tijd van 1:58:30 op de halve marathon.'

Slide 9 - Diapositive

De personificatie
  • Beeldspraak waarbij iets niet-menselijks (plant, dier, voorwerp) een menselijke eigenschap krijgt.

Het schip danste op de golven.
Het gevaar loert op iedere hoek.
De zon lacht me toe

Slide 10 - Diapositive

Papier is geduldig
timer
0:15
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 11 - Quiz

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 12 - Quiz

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking

Slide 13 - Quiz

Voetbal is oorlog.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 14 - Quiz

De verdediging van Heerenveen was dit weekend zo lek als een mandje.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 15 - Quiz

De toekomst lacht hem toe.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 16 - Quiz

zo slap als een vaatdoek
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Uitlegfilmpje!

Slide 19 - Diapositive

Wat?
Cursus 4 Taal, paragraaf 5 Beeldspraak
Havo: opdracht 2 en 3 (blz. 98-99).
Vwo: opdracht 2 t/m 4 (blz. 98-99).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Maak een samenvatting van de Cursus Taal tot nu toe
of lees verder in je boek.
Uitwerken
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

  • Je kunt uitleggen wat beeldspraak is.
  • Je weet wat de functie van beeldspraak is.
  • Je kunt een vergelijking, een metafoor en een personificatie herkennen.
Lesdoelen

Slide 23 - Diapositive

Waarom gebruiken we beeldspraak?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een vergelijking en een metafoor?

Slide 25 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van de drie soorten beeldspraak. Je mag je boek gebruiken.

Slide 26 - Question ouverte

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 27 - Diapositive

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
u2ha: pwsot
u2aha: byxfa

Slide 28 - Diapositive