- Schrijf wat je gaat doen en met wie je dat gaat doen
- Schrijf waarom je voor dit uitje kiest. Noem twee redenen.
- Schrijf wat je van plan bent te gaan doen tijdens dit uitje. Noem minimaal twee activiteiten.
- Schrijf wat je van dit uitje verwacht.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2
Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Je hebt een prijs gewonnen: je kunt kiezen uit:
- Twee kaartjes voor een pretpark.
- Een diner voor twee personen.
- Twee kaartjes voor een festival.
- Een citytrip in Nederland voor twee personen.
Schrijf hierover op Facebook:
- Schrijf wat je gaat doen en met wie je dat gaat doen
- Schrijf waarom je voor dit uitje kiest. Noem twee redenen.
- Schrijf wat je van plan bent te gaan doen tijdens dit uitje. Noem minimaal twee activiteiten.
- Schrijf wat je van dit uitje verwacht.
Slide 1 - Diapositive
Origineel:
Mijn vraag aan u is: kunt u naar mijn klacht kijken. Ik heb 6 ballen gekocht en die waren 35,00 euro per stuk. Dat is een behoorlijk bedrag voor een voetbal. Maar omdat de medewerker heeft verteld bij de verkoop dat ze tegen water en zand kunnen heb ik deze ballen gekocht en nu blijkt dat niet zo te zijn. Ik ben zeer ontevreden over de kwaliteit van deze ballen en ik ben van mening dat de verkoper mij niet goed heeft geholpen ondanks mijn duidelijke wens.
Verbeterde versie:
Zou u naar mijn klacht kunnen kijken? Ik kocht 6 ballen voor 35,00 euro per stuk, wat een behoorlijk bedrag is voor een voetbal. Ik kocht deze alleen omdat de medewerker vertelde dat ze tegen water en zand konden. Nu dat niet zo blijkt te zijn ben ik uiteraard zeer ontevreden over de kwaliteit en van mening dat de verkoper mij slecht heeft geholpen.
Stijl
Slide 2 - Diapositive
Schrijfexamen
Teksten
Klachtenbrief/Formele brief/E-mail
Verslag - onderzoek of stage
Advertentie
Reactie/online post
Eisen
Samenhang & leesbaarheid
Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Woordenschat en woordgebruik
Spelling, interpunctie & grammatica
Slide 3 - Diapositive
Samenhang & leesbaarheid
- Sluit de inleiding op het slot aan?
- Gebruik je koppelwoorden om verbanden in de tekst aan te geven?
- Alinea's, witregels & misschien tussenkopjes
Koppelwoorden: voordat, vroeger, aanvankelijk, maar, echter, toch, niettemin, en, ook, verder, ten eerste, ten tweede, etc.
Slide 4 - Diapositive
Leesbaarheid
Alinea's & witregels
Misschien tussenkopjes
Slide 5 - Diapositive
Geachte wethouder J. Jansen,
Tijdens mij stage bij de Vierstroom Verpleeg Thuis Woerden ben ik bezig met een project om een verbeterplan te maken. Voor dit project heb ik uw hulp nodig om uit te voeren. In deze brief zal ik u uitleggen wat het project precies in houdt (inhoudt) en waarom ik het erg belangrijk vind voor de ouderen van Woerden. Tijdens mijn stage kwam ik er achter dat er veel ouderen zijn die niet zelfstandig naar de supermarkt kunnen. Dit komt meestal, omdat de supermarkt te ver van hun huis af is. Daarnaast merk ik dat er veel ouderen zijn die geen mantelzorgers hebben die dan de boodschappen mee kunnen nemen. Het gevolg is dat deze ouderen te weinig gezond eten, omdat ze niet makkelijk aan vers eten kunnen komen. Het gevolg wat je merkt is dat ze door eenzijdig voedsel hun smaak verliezen en interesse in eten verliezen. Het gevolg hiervan is dat ze gaan afvallen en ondergewicht krijgen. Om dit tegen te gaan zou ik aan u willen vragen om een financiële bijdrage te subsidiëren vanuit de gemeente. De redenen dat (de reden dat is beter. Als je redenen wilt zeggen kan je het beter opvolgen met waarom) ik u om een bijdrage vraag is, omdat de ouderen zelf niet zoveel financiële middelen hebben om een taxi hiervoor te betalen. Plus ik denk dat de gemeente zich ook graag inzet om de ouderen in de gemeente te ondersteunen. Met deze bijdrage kan ik een oude bus aanschaffen die door een vrijwilliger zal worden gereden. Ik hoop dat u de positief reageert op mijn project en dat u de noodzaak inziet van een boodschappen bus. Daarbij heb ik de kosten hiervan goed verdeeld via sponsoring, zodat de ouderen er alleen maar profijt van hebben. En ik hoop dat de ouderen hierdoor beter en gezonder voedsel kunnen gaan eten en ze gezonder kunnen leven.
Hoogachtend,
Slide 6 - Diapositive
Geachte wethouder J. Jansen,
Tijdens mij stage bij de Vierstroom Verpleeg Thuis Woerden ben ik bezig met een project om een verbeterplan te maken. Voor dit project heb ik uw hulp nodig om uit te voeren. In deze brief zal ik u uitleggen wat het project precies inhoudt en waarom ik het erg belangrijk vind voor de ouderen van Woerden.
Tijdens mijn stage kwam ik er achter dat er veel ouderen zijn die niet zelfstandig naar de supermarkt kunnen. Dit komt meestal, omdat de supermarkt te ver van hun huis af is. Daarnaast merk ik dat er veel ouderen zijn die geen mantelzorgers hebben die dan de boodschappen mee kunnen nemen. Deze ouderen krijgen dan te weinig gezond eten, omdat ze niet makkelijk aan vers eten kunnen komen. Dan merk je snel dat ze door eenzijdig voedsel hun smaak verliezen en interesse in eten verliezen. Het gevolg hiervan is dat ze gaan afvallen en ondergewicht krijgen.
Om dit tegen te gaan zou ik aan u willen vragen om een financiële bijdrage te subsidiëren vanuit de gemeente. De reden ik u om een bijdrage vraag is, omdat de ouderen zelf niet zoveel financiële middelen hebben om een taxi hiervoor te betalen. Plus ik denk dat de gemeente zich ook graag inzet om de ouderen in de gemeente te ondersteunen.
Ik hoop dat u positief reageert op mijn project en dat u de noodzaak inziet van een boodschappenbus. Daarbij heb ik de kosten hiervan goed verdeeld via sponsoring, zodat de ouderen er alleen maar profijt van hebben. En ik hoop dat de ouderen hierdoor beter en gezonder voedsel kunnen gaan eten en ze gezonder kunnen leven.
Hoogachtend,
Slide 7 - Diapositive
Hoe ziet de opbouw van een verslag eruit?
Slide 8 - Carte mentale
Een verslag
Titel / inleiding / kern / slot
informeren --> dus niet?
logische/chronologische volgorde
interessant of leuk om te lezen (niet alle feiten hoeven erin te staan)
Geef antwoord op de 5W+H vragen
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Hoe schrijf je een alinea?
1. Schrijf de kernzin op.
2. Geef meer informatie over de kernzin.
3. Lees doel vorige zin/alinea en koppel huidige stuk eraan vast.
Slide 11 - Diapositive
Wat beschrijf je in een verslag?
A
Achtergrond informatie over een bepaald onderwerp.
B
Je mening om anderen te overtuigen.
C
Een activiteit of gebeurtenis.
D
Een opsomming van een paar belangrijke punten.
Slide 12 - Quiz
TT = Stam + t-en
VT = Stam + t/d-en
Let op:
- In welke tijd het staat.
- Enkelvoud of meervoud?
- Staat er nog een ander werkwoord in de zin?
Slide 13 - Diapositive
We ... (wachten) vorige week wel een uur op de trein.
A
wachten
B
wachtten
C
wachte
D
wachtte
Slide 14 - Quiz
De kinderen (lachen) toen hij weer eens viel.
A
lachtten
B
lachte
C
lachten
D
lagten
Slide 15 - Quiz
Wij ...(melden) ons gisteren al vroeg.
A
melde
B
meldde
C
melden
D
meldden
Slide 16 - Quiz
Waar ... (bestellen) jij die taart?(verleden tijd)
A
bestelde
B
bestellde
C
bestelden
D
besteldden
Slide 17 - Quiz
Voltooid deelwoord van streamen: Wij hebben...
A
gestreamed
B
gestreamet
C
gestreamd
D
gestreamt
Slide 18 - Quiz
Verleden tijd van deleten: Wij...
A
deleten
B
deletten
C
deleteten
D
deletetten
Slide 19 - Quiz
Het ... (gebeuren) vaak dat d/t fouten gemaakt worden met werkwoorden die beginnen met ge-, be-, her & ver.
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 20 - Quiz
Als de klinker daarvan niet in het kofschip zit, spellen ze het vaak automatisch met een d. Dan is het al snel .... (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd.
Slide 21 - Quiz
Elke student ... (herkennen) dit soort fouten achteraf wel, maar niemand heeft zichzelf ... (herkennen) als iemand die dit soort fouten vaak maakt.
A
herkent, herkent
B
herkend, herkend
C
herkent, herkend
D
herkend, herkent
Slide 22 - Quiz
Dit/dat/die/deze
Slide 23 - Diapositive
Groter als of dan?
Slide 24 - Diapositive
Opdracht: onderzoeksverslag werk
De resultaten in een schaal van 1 (heel slecht) – 10 (heel goed) staan hieronder:
Cliënttevredenheid 6
Activiteitenaanbod 8
Maaltijden 5
Contact met familie 7
Woonomstandigheden 8
Verpleging/verzorging 9
Hygiëne 6
Je hebt onderzoek gedaan in de instelling waar je werkt.
Schrijf een verslag van dit onderzoek voor je leidinggevende.