12.2: bijvoeglijk naamwoord

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Cours du 20 mars

bijvoeglijk naamwoord

VIFE : Fenna Visser

Planning

• Magister
• Écrire: mon animal de compagnie
• Bijvoeglijk naamwoord

Wat ga ik deze les leren?

1. Ik vertel iets over mijn eigen huisdier.
   
2. Ik leer hoe ik een bijvoeglijk naamwoord gebruik.

Magister

• Aanwezig
• Op tijd
• Boeken mee: cahier B
• Huiswerk gemaakt

Écrire: mon animal de compagnie

Tekstje over jouw huisdier (vrai ou imaginaire)

• c'est quel animal ? (voca F)
• comment (= hoe) il/elle s'appelle ?
• il/elle a quel âge ?
• c'est quand son anniversaire ? (voca B)
• il/elle est comment (= hoe)? (voca F)

Écrire

Tekstje over jouw huisdier (vrai ou imaginaire)

• C'est mon chat.
• Il s'appelle Jip.
• Il a un an.
• Son anniversaire, c'est le six mai.
• Il est drôle et parfois un peu méchant.

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)

Mon frère est petit, ma soeur est petite

• Zelf onderstrepen/lezen: ex. 30abc
• Wat valt op?
• Waarom is dit verschillend?
• Letten op: mannelijk/vrouwelijk en enkelvoud/meervoud

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)

We proberen het eens samen

1. un portable ... (wit)
2. une piscine ... (bleu)
3. les cheveux ... (blond)
4. les lunettes ... (zwart)

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)

We proberen het eens samen

1. un portable blanc                                (m. ev.)
2. une piscine bleue                                (v. ev.)
3. les cheveux blonds                             (m. mv)
4. les lunettes noires                               (v. mv)

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)

Nu probeer je het zelf!

• Faire: ex. 30de, 31
• Aide: grammaire p. 36-37
• Fini? verzin zelf nog een paar zinnen met bijv. nw. erin

Bijvoeglijk naamwoord (p. 38)

Niet alle bijvoeglijk naamwoorden zijn regelmatig

• Il est beau. / Elle est belle.
• Kijk dus goed in de grammaire op p. 38!
• Ma grand-mère est: vieux/vieille/vieux/vieilles
• Ma grand-mère est vieille. (v. ev.)

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)

Nu probeer je het zelf!

• Faire: ex. 32ab, 34a
• Aide: grammaire p. 38
• Fini? ex. 32c, apprendre voca F

Wat heb ik geleerd?

1. Ik kan iets vertellen over mijn eigen huisdier.
   
2. Ik weet dat er verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord zijn.

Devoirs

• Faire: ex. 30de, 31, 32ab
• Apprendre : vocabulaire F, chapitre 5
  
• Apporter : cahier B !