22-05-2024 Z1A bijv naamwoord + werkblad

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel

Telefoon in de telefoontas

Boek op tafel

Bonjour à tous!

Woensdag 29 mei

PW EFGH H.5

Wat moet je leren?

- Voca E + F -> p.43

- Phrases-clés G (zinnen) -> p.44

- Grammaire H -> p.45

Lezen wordt ook getoetst

Aujourd'hui:

Premier cours:

- Grammaire

- Au travail!

Deuxième cours:

- Réviser la grammaire

- Au travail!

Prends le livre à la page 38-39

Lees de grammatica in stilte door

In het Nederlands

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zinnen? 

-> Ik heb een rode auto.

-> De kat is schattig.

In het Frans

In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan 

aan het zelfstandig naamwoord waar het bijhoort.

-> le chat est mignon

  

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Hoe werkt het bijvoeglijk naamwoord in het Frans?

Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud -> je zet niks achter het zelfst. nw

Zelfstandig nw vrouwelijk enkelvoud-> +e achter het zelfst. nw

Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud -> +s  achter het zelfst. nw

Zelfstandig nw  vrouwelijk meervoud -> +es  achter het zelfst. nw

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

-> Le chat est mignon

Voorbeelden

Le sac à dos (rouge) -> le sac à dos rouge

Ma soeur est (grand) -> ma soeur est grande

Les garçons (intelligent) -> les garçons intelligents

Mes amies sont (grand) -> mes amies sont grandes

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Als het bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een 'e' of 's' ..... 

La voiture rouge. 

Les sacs à dos gris.

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Exercice

               

  Ma copine est (grand) __________

  Les chiens sont (mignon) _________

  Mes soeurs sont (français) _________

  Mon frère est (petit)  __________

    

    

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in. 

Je mag overleggen. We bespreken de opdracht over 2,5 minuut.

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Au travail!

Fais exercices 31c, 31d et 32

Klaar? -> Ga leren voor het PW

Wat moet je leren?

- Voca E + F -> p.43

- Phrases-clés G (zinnen) -> p.44

- Grammaire H -> p.45

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel

Telefoon in de telefoontas

Boek op tafel

Bonjour à tous!

Prends le livre à la page 38-39

Lees de grammatica in stilte door

In het Nederlands

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zinnen? 

-> Ik heb een rode auto.

-> De kat is schattig.

In het Frans

In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan 

aan het zelfstandig naamwoord waar het bijhoort.

-> le chat est mignon

  

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Voorbeelden

Le sac à dos (rouge) -> le sac à dos rouge

Ma soeur est (grand) -> ma soeur est grande

Les garçons (intelligent) -> les garçons intelligents

Mes amies sont (grand) -> mes amies sont grandes

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Als het bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een 'e' of 's' ..... 

La voiture rouge. 

Les sacs à dos gris.

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Exercice

               

  C'est un chat (noir) __________

  Elle a une robe (bleu) _________

  Mes amies sont (gentil) _________

  

    

    

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in. 

Je mag overleggen. 

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Au travail!

Maak het werkblad

Klaar? -> Ga leren voor het PW

Wat moet je leren?

- Voca E + F -> p.43

- Phrases-clés G (zinnen) -> p.44

- Grammaire H -> p.45