Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Introduction
Oefenen met de stof uit H6
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 4
3kader
Slide 1 - Diapositive
Een aapje heeft gemiddeld per minuut 190 hartslagen. Hoeveel zijn dat er, afgerond op 1 decimaal, op 1 dag? Gebruik de wetenschappelijke notatie.
A
2,6 x 10^4
B
2,7 x 10^5
C
27,6 x 10^4
D
2,69 x 10^4
Slide 2 - Quiz
Het aantal likes op insta is 500. Elk jaar stijgt dit met 2,5%. Welke berekening hoort bij het aantal likes (L) na 10 jaar?
A
L = 500 + 1,025 X 10
B
L = 500 x 10^1,25
C
L = 500 x 1,025^10
D
L = 500 x 1,205^10
Slide 3 - Quiz
Je krijgt op jouw spaarrekening per jaar 3,5% rente. Je spaarbedrag groeit dan elk jaar met een factor ...... ?
A
1,35
B
1,305
C
1,035
D
3,05
Slide 4 - Quiz
Je legt € 200 in op een spaarrekening. Je krijgt 5% rente per jaar. Na 8 jaar heb je dan afgerond op hele euro's?
A
€ 280
B
€ 295
C
€ 310
D
€ 291
Slide 5 - Quiz
Welk van de volgende getallen staat op de juiste wijze in de wetenschappelijke notatie?
A
3250000 = 32,5 x 10^5
B
8174300 = 8,1743 x 10^6
C
4153 = 4,153 x 10^-3
D
9745700 = 9,747 x 10^4
Slide 6 - Quiz
Welk van de volgende getallen staat op de juiste wijze in de wetenschappelijke notatie?
A
0,05604 = 5604 x 10^-5
B
0,000567 =0,567 x 10^-3
C
0,000876 = 8,76 x 10^4
D
0,000405 = 4,05 x 10^-4
Slide 7 - Quiz
Welk percentage hoort bij de volgende breuk? 67/100
A
67%
B
30%
C
55%
D
62%
Slide 8 - Quiz
Er zijn 2048 beestjes, deze groeien met 4% per uur. Hoeveel beestjes zijn er na 4 uur?
A
2394
B
2396
C
2392
D
2398
Slide 9 - Quiz
Je legt € 1200 in op een spaarrekening. Je krijgt 1,25% rente per jaar. Na 8 jaar heb je dan afgerond op hele euro's?
A
€ 1325
B
€ 1328
C
€ 1322
D
€ 1334
Slide 10 - Quiz
Een aap van 14 jaar oud, (190 hartslagen per minuut). Geef het aantal hartslagen in de wetenschappelijke notatie, op 1 decimaal.
A
1,398096 x 10^9
B
1,4 x 10^9
C
1,40 x 10^9
D
1,39 x 10^9
Slide 11 - Quiz
Welke stijging hoort bij deze factor? 1,065
A
0,65%
B
6,5%
C
65%
D
106,5%
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste: 150 miljard
A
1,5 x 10^9
B
15 x 10^10
C
1,5 x 10^11
D
15 x 10^10
Slide 13 - Quiz
Ik ben begonnen met €231. Een jaar later heb ik €237,93 op de rekening. Wat is de factor?
A
factor 1,01
B
factor 1,3
C
factor 3
D
factor 1,03
Slide 14 - Quiz
Er staat €315 op de rekening. Hoeveel geld heb je na 6 jaar met 3,2% rente?
A
€ 380,53
B
€ 380,35
C
€ 336,53
D
€ 370,53
Slide 15 - Quiz
Wim koopt in 2019 een auto van € 34.500,-. De waarde van de auto daalt ieder jaar met 15%. Na hoeveel jaar is de auto minder dan € 10.000,- waard? Na .... jaar