ordening klas 1

Ordenen
Biologen ordenen aan de hand van gemeenschappelijke kenmerken. 
Ze delen ze op in groepen=

ORDENING
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ordenen
Biologen ordenen aan de hand van gemeenschappelijke kenmerken. 
Ze delen ze op in groepen=

ORDENING

Slide 1 - Diapositive

DOMEINEN
Het leven ordenen we in drie domeinen

  • Prokaryoten Bacteriën en archea(alle organismen zonder celkern 
  • Eukaryoten (alle organismen met een celkern)

Slide 2 - Diapositive

1e ordening -> welk domein?
Heeft de cel een celkern?
prokaryoot
- bacteriën
eukaryoot
- dieren
- planten
- schimmels

ja
nee

Slide 3 - Diapositive

B2 Bacteriën

Bacteriën

Slide 4 - Diapositive

Bacteriën
- geen celkern
- geen celmembraan 
- 1 cellig
- geen bladgroenkorrels



Slide 5 - Diapositive

Nuttige en schadelijke bacteriën
  Ook wijzelf zitten vol bacteriën.
We hebben ze nodig om bijv. ons voedsel te verteren!

Slide 6 - Diapositive

Nuttig en schadelijk
Bacteriën komen overal voor.
Natuur --> opruimen resten organismen
Voedsel --> (dode) resten organismen --> bacteriën --> bederf

Ontstekingen  worden veroorzaakt door bacteriën.
Antibiotica zijn medicijnen voor ontstekingen --> celwanden bacteriën

Slide 7 - Diapositive

2. Archea 
  • Kunnen overleven in extreme omstandigheden
  • 1 cellig 
  • GEEN celkern 
  • geen celmembraan
  • geen bladgroenkorrels 

Slide 8 - Diapositive

Extreme
leefmstandig-heden
van Archea
Zoutmeer
Onderwater geisers

Slide 9 - Diapositive

Archea
celwand
geen celkern wel DNA
bijzondere leefgebieden

Slide 10 - Diapositive

Welke domeinen behoren tot de prokaryote organismen?
A
bacterien en protisten
B
bacterien en archea
C
bacterien, archea en schimmels
D
bacterien

Slide 11 - Quiz

Bacteriën
A
planten zich niet voort
B
vermeerderen zich door te delen
C
planten zich voort met zaadjes

Slide 12 - Quiz

bacterien zijn
A
eencellig
B
meercellig

Slide 13 - Quiz

Bacteriën hebben GEEN .....
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
DNA

Slide 14 - Quiz

de drie domeinen zijn
A
archea, schimmels en bacteriën
B
schimmels, bacteriën en eukaryoten
C
archea, bacteriën en eukaryoten
D
archea, eukaryoten en schimmels

Slide 15 - Quiz

Welk domein is Meercellig?
A
Eukaryoten
B
Archea
C
Bacteriën

Slide 16 - Quiz

Ordening: indelen van organismen in groepen aan de hand van hun kenmerken
  • Organismen indelen aan de hand van kenmerken
Domein
Bacteria        Archaea

Slide 17 - Diapositive

Ordening - Dieren

Slide 18 - Diapositive

Ordening dieren
  • Op basis van symmetrie en het skelet.

  • Dieren worden ingedeeld in stammen:
  • Sponsdieren, neteldieren, weekdieren,
    stekelhuidigen, geleedpotigen en gewervelden.

Slide 19 - Diapositive

Dieren ordenen: Symmetrie
Bij het ordenen van dieren wordt vooral gelet op skelet en symmetrie
- Tweezijdig
- Veelzijdig
- Niet

Slide 20 - Diapositive

Ordenen dieren
Hebben ze een skelet en wat voor een soort skelet?
  • Inwendig
  • Uitwendig
  • Geen

Slide 21 - Diapositive

stammen van het dierenrijk

Slide 22 - Diapositive

stammen van het dierenrijk

Slide 23 - Diapositive

Dierenrijk
De stammen

Slide 24 - Diapositive

Domein van de EUKARYOTEN
1. SCHIMMELS

Slide 25 - Diapositive

Schimmel
Celkenmerken
Schimmels hebben een celkern. 
Ze hebben ook een celwand. 
Ze hebben geen bladgroenkorrels. 

Ze bestaan uit lange, dunne draden die je schimmeldraden noemt.  

Als er schimmel op je boterham zit, zie je die schimmeldraden als 'pluisjes'

Slide 26 - Diapositive

Schimmels
Opgebouwd uit schimmeldraden

Voortplanting via sporen 

Penseelschimmel --> sporen aan uiteinde schimmeldraden 

Paddenstoelen --> orgaan waar sporen worden gevormd 
Ééncellige schimmel = gist

Slide 27 - Diapositive

schimmels/gisten
nuttige schimmels: gist (brood) eetbare paddenstoelen
schadelijke schimmels: spruw( mond bij baby), kalknagels, zwemmerseczeem, vaginale schimmelinfectie.
bestrijding: gist- of schimmeldodende middelen

Slide 28 - Diapositive

Domein van de Eukaryoten
2. Planten

Slide 29 - Diapositive

Stammen uit het rijk van de planten
Sporeplanten
Wieren
Zaadplanten 

Slide 30 - Diapositive

algen of wieren

Slide 31 - Diapositive

Wieren 
Wieren worden ook wel algen genoemd. De meeste wieren groeien in het water. Ze hebben daardoor geen wortels en geen stengels nodig. Hun voedingsstoffen halen ze uit het water waarmee ze omringd zijn. Wieren hebben geen bladeren en geen bloemen. De voortplanting van wieren is ingewikkeld. Sommige wieren kunnen zich voortplanten met sporen. Veel eencellige wieren planten zich voort door deling.

Groenwieren: zijn eencellige of meercellige
organismen met bladgroenkorrels.

Slide 32 - Diapositive

Sporeplanten
wortels stengels en bladeren
Nooit bloemen
2 vaatplanten
varens
paardestaarten
en de
mossen

Slide 33 - Diapositive

Zaadplanten

Slide 34 - Diapositive

Zaadplanten

Zaadplanten
  • Bedektzadigen
  • Naaktzadigen  

Slide 35 - Diapositive

zaadplanten
stam: zaadplanten

opgedeeld in 2 klassen
-bedektzadige
-naaktzadige 

Slide 36 - Diapositive