01. Thema 2.1 - Organen van mensen

Thema 2: Organen en cellen
Basisstof 1: Organen van mensen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 2: Organen en cellen
Basisstof 1: Organen van mensen

Slide 1 - Diapositive

Doel: Organen van mensen
  1. Je kunt organen benoemen in een torso.
  2. Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.

Slide 2 - Diapositive

Organen & orgaanstelsels
Orgaan = onderdeel van een organisme met een eigen taak 

Orgaanstelsel = groep organen die samenwerken aan een bepaalde taak

Slide 3 - Diapositive

Organen van mensen 
  • Torso 
  • Orgaan 

Slide 4 - Diapositive

organen 
Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak. 


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Welk orgaan zie je hier?

Slide 8 - Question ouverte

Welk orgaan zie je hier?

Slide 9 - Question ouverte

Welke organen zie je hier?

Slide 10 - Question ouverte

Welk orgaan zorgt voor de opname van zuurstof in je lichaam?
A
Hart
B
Dunne darm
C
Lever
D
Long

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van de maag?
A
Zorgt voor zuurstof in je bloed
B
Hier groeit de baby in
C
Het maken van speeksel
D
Het voedsel tijdelijk opslaan

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie
van deze organen?
A
Ademhalen
B
Bloed rondpompen
C
Zuurstof afgeven
D
Zuurstof opnemen

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van de dunne darm
A
Afval stoffen toevoegen
B
Voedingsstoffen opnemen
C
Slechte stoffen opnemen
D
Onttrekken van water

Slide 15 - Quiz

Orgaanstelsels
Een groep organen
die samen 
een taak uitvoeren. 

Slide 16 - Diapositive

Orgaanstelsels

Slide 17 - Diapositive

In de afbeelding is een orgaan getekend.
Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
spierstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 18 - Quiz

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 19 - Quiz

Doel: Organen van mensen
  1. Je kunt organen benoemen in een torso.
  2. Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.

Slide 20 - Diapositive


Tot welk organenstelsel behoort het orgaan in de afbeelding?
A
Tot het beenderstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het verteringsstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 21 - Quiz

Welk onderdeel van het torso wordt aangegeven met nummer 2
A
Long
B
Dunne darm
C
Maag
D
Milt

Slide 22 - Quiz

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 11 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm

Slide 23 - Quiz

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 6 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De lever

Slide 24 - Quiz

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 10 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm

Slide 25 - Quiz

Wat hoort er op de puntjes:
Een .................. is een deel van je lichaam met een eigen functie
A
Cel
B
Orgaan
C
Organenstelsel
D
Organismen

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je een groep organen die samenwerken aan de zelfde taak
A
Cel
B
Orgaan
C
Organenstelsel
D
Organismen

Slide 27 - Quiz

1
2
4
3
5
6
ruggengraat
Longen
lever
Dikke darm
Hart
Maag

Slide 28 - Question de remorquage

In je werkboek
Blz. 76 t/m 80
Opdracht 1 t/m 8

Slide 29 - Diapositive