Powercollege 8 | Veel verschillende identiteiten

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 3

PC 8 | Veel verschillende identiteiten

Aardrijkskunde

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen bekijken
• Uitleg theorie
• Quiz-time
• Kleine opdracht over jouw identiteit
• Leerdoelen behaald? 
• Bij tijd over: Arjen Lubach over Nederlandse identiteit 

Leerdoelen

• Je kunt voorbeelden geven van (bevolkings-)groepen in Nederland met een nationale, regionale of lokale identiteit.
• Je kunt ten minste één voorbeeld geven van regionalisme en van lokalisme in je eigen omgeving en uitleggen waarom dit een goed voorbeeld is.
• Je kunt voor jezelf beschrijven bij welke lokale, regionale, nationale of andere identiteit jij je het meeste thuis voelt en waarom dat zo is.

Identiteit

• Wat eigen is van iemand, waar je een persoon aan herkent.
• Vaak opvallende kenmerken zoals taal, kleding en tradities.

Friesland als voorbeeld:

• Taal: Frysk
• Sport: Fierljeppen
• Eten: Fryske Sûkerbôle

Nationale identiteit

Taal

Omgangsvormen 

Tradities

Godsdienst

Regionale identiteit

Provincies in Nederland met verschillen tussen de bevolkingsgroepen. In Friesland spreek je bijvoorbeeld Fries, houd je van koude winters en veel natuurijs. In Limburg spreek je met een zachte G, eet je Limburgse vlaai en vier je carnaval.

Regionalisme: Als mensen hun regionale identiteit belangrijker vinden dan hun nationale identiteit.

Regionale identiteit

Lokale identiteit

Een sterke verbondenheid met je woonplaats

• Gericht op eigen gemeente of dorp
  
• Verschillen binnen een provincie
  
• Vaak meer afgesloten naar buitenwereld

Lokalisme:
Als mensen hun lokale identiteit belangrijker vinden dan hun regionale en nationale identiteit

Voorbeelden:

• Urk, Volendam, Terschelling?

Sleep de afbeeldingen naar de juiste vorm van identiteit.

Nationale identiteit

Regionale identiteit

Lokale identiteit

Kun jij deze kenmerken aan het juiste land koppelen?

Peru

Nederland

Frankrijk

Marokko

USA

China

Japan

Spanje

Italië

Kun jij deze kenmerken aan plekken in Nederland koppelen?

Limburg

Heel Nederland

Curacao

Utrecht

Volendam

Rotterdam

Een voorbeeld van de nationale identiteit is:

1. De Nederlandse identiteit
2. De Friese identiteit
3. De identiteit van Rotterdam
4. Europese identiteit

Een voorbeeld van de regionale identiteit is:

1. De Nederlandse identiteit
2. De Friese identiteit
3. De identiteit van Leeuwarden
4. De Limburgse identiteit

De jaarlijkse kermis is weer in jouw stad en iedereen komt er op af!

1. Persoonlijke identiteit
2. Regionale identiteit
3. Nationale identiteit
4. Lokale identiteit

Amsterdam is wereldwijd bekend om haar grachten en prachtige grachtenpanden. Dit is een voorbeeld van

1. Lokale identiteit
2. Regionale identiteit
3. Nationale identiteit

De Friese vlag is een uiting van de:

1. Lokale identiteit
2. Nationale identiteit
3. Regionale identiteit

Max Verstappen pakt de wereldtitel F1 en het hele land staat op stelten!

1. Persoonlijke identiteit
2. Regionale identiteit
3. Nationale identiteit
4. Lokale identiteit

Aan het begin van het jaar viert iedereen in Brabant en Limburg gezamenlijk Carnaval

1. Persoonlijke identiteit
2. Regionale identiteit
3. Nationale identiteit
4. Lokale identiteit

Buitenlanders zien Nederland vooral als het land van klompen, tulpen en molens.
Dit is een voorbeeld van:

1. Lokale identiteit
2. Regionale identiteit
3. Nationale identiteit

In Twentse cafe's zijn de wedstrijden van FC Twente vaak life te volgen, uit de tap tapt men Grolsch bier en het Twentse dialect is voor andere Nederlanders vaak niet te verstaan. Dit is een voorbeeld van:

1. Lokale identiteit
2. Regionale identiteit
3. Nationale identiteit

Wat voor identiteit heeft het songfestival dat in Nederland gehouden werd?

1. Lokale identiteit
2. Regionale identiteit
3. Nationale identiteit
4. Europese identiteit

Koningsdag is een uiting van de:

1. Lokale identiteit
2. Nationale identiteit
3. Regionale identiteit

Geef in woorden, of korte zinnen, aan wat hoort bij jouw persoonlijke identiteit.

Leerdoelen

• Je kunt voorbeelden geven van (bevolkings-)groepen in Nederland met een nationale, regionale of lokale identiteit.
• Je kunt ten minste één voorbeeld geven van regionalisme en van lokalisme in je eigen omgeving en uitleggen waarom dit een goed voorbeeld is.
• Je kunt voor jezelf beschrijven bij welke lokale, regionale, nationale of andere identiteit jij je het meeste thuis voelt en waarom dat zo is.