hoofdstuk 3 par. 5 fasen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

In welke fase bevindt het glas zich in de afbeelding?

1. vast
2. vloeibaar
3. gasvormig

In welke fase bevindt water zich in de afbeelding?

1. vast
2. vloeibaar
3. gasvormig

In welke fase bevindt het zich het glas in de afbeelding?

1. vast
2. vloeibaar
3. gasvormig

In welke fase bevindt het water
zich vlak boven de pan in de afbeelding?

1. vast
2. vloeibaar
3. gasvormig

In welke fase trekken de moleculen het stevigst aan?

1. in de vast fase
2. in de vloeibare fase
3. in de gasvormige fase
4. in alle fasen trekken de moleculen elkaar even strek aan

In welke fase blijven de moleculen bij elkaar, maar zitten niet vast?

1. in de vast fase
2. in de vloeibare fase
3. in de gasvormige fase
4. in alle fasen zitten de moleculen bij elkaar, maar niet vast.

In welke welke toestand van water zitten de moleculen helemaal los van elkaar?

1. ijs
2. water
3. waterdamp
4. de moleculen van water zitten altijd los van elkaar

Hoe heeft de fase overgang van vast naar vloeibaar?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heeft de fase overgang van vloeibaar naar vast?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heeft de fase overgang van vloeibaar naar gasvormig?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heeft de fase overgang van gasvormig naar vloeibaar ?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heeft de fase overgang van gasvormig naar vast ?

1. rijpen
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heeft de fase overgang als je ijsklontjes in de vriezer maakt?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heeft de fase overgang als een ijsklontje in je cola glas langzaam water wordt?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heeft de fase overgang als je bij het tanken benzine ruikt?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heeft de fase overgang als bij het koken het keuken raam nat wordt?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heeft de fase overgang als de was langzaam droog wordt.

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Maken opdrachten 105 t/m 109

Maken opdrachten  110 t/m 115

Maken opdrachten  116 t/m 121