Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat weet jij al met betrekking tot de kloktijden in het Spaans? Noteer dit.
timer
1:00
La hora
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Vidéo
Stipt, kwart over, half en kwart voor
cuatro y media
cuatro (en punto)
cinco menos cuarto
cuatro y cuarto
Slide 4 - Question de remorquage
Hoe vraag je in het Spaans: Hoe laat is het?
Slide 5 - Question ouverte
¿Qué hora es?
Son las cuatro y media.
Son las tres (en punto).
Son las seis y diez.
Son las ocho menos veinticinco.
Slide 6 - Question de remorquage
Hoe zeg je in het Spaans: Het is 1 uur.
A
Es la una.
B
Son la una.
Slide 7 - Quiz
Waarom gebruik je voor het aangeven dat het 1 uur is 'es' en bij 2 t/m 12 uur 'son'?
Slide 8 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Spaans: Het is kwart over 2
timer
0:40
Slide 9 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Spaans: Het is 9 uur
timer
0:40
Slide 10 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Spaans: Het is 5 voor 1
timer
0:40
Slide 11 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Spaans: Het is half 7
timer
0:40
Slide 12 - Question ouverte
¿A qué hora vamos al cine?
timer
0:30
Vamos al cine a las diez de la mañana.
Vamos al cine a las cuatro de la tarde.
Vamos al cine a las once de la noche.
We gaan om vier uur 's middags naar de bioscoop.
We gaan om elf uur 's avonds naar de bioscoop.
We gaan om tien uur 's ochtends naar de bioscoop.
Slide 13 - Question de remorquage
¿Qué hora es? betekent: Hoe laat is het? Maar, hoe vraag je op welk tijdstip iets plaatsvindt? Noteer dit in het Spaans. ¿.... quedamos (spreken wij af)?
Slide 14 - Question ouverte
Wat is de Nederlandse vertaling van: Vamos a la playa a las tres
Slide 15 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Spaans: We hebben les om 1 uur (Tenemos clase ...)