Nederland Waterland
1 / 17
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waarom zeggen we
"Nederland, waterland"?
"Nederland, waterland"?
Slide 2 - Question ouverte
In welk land ben jij geboren?
Waar staat dat land om bekend?
Waar staat dat land om bekend?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel meter onder
zeeniveau woon jij?
zeeniveau woon jij?
Slide 6 - Carte mentale
Er is een overstroming.
Wat doe je?
Wat doe je?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Lien
Welke getallen hoor je in de video?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe vaak hoor je het woord "water"?
Slide 10 - Question ouverte
Waarom weet de rest van Nederland het nieuws niet meteen?
Slide 11 - Question ouverte
Er was een grote overstroming in Zeeland en Zuid-Holland.
In welk jaar?
In welk jaar?
A
1983
B
1953
C
2005
D
1943
Slide 12 - Quiz
Het stormt en het water staat hoog. Waarom gaan de mensen
gewoon slapen?
gewoon slapen?
A
Als je slaapt
denk je niet aan de storm.
B
Ze zijn moe.
Daarom gaan ze slapen.
C
Ze maken zich geen zorgen.
Het is wel vaker slecht weer.
D
Door de storm kunnen ze niet buiten wandelen.
Slide 13 - Quiz
Vul in:
De meeste dijken breken
tussen ... en ... midden in de nacht.
De meeste dijken breken
tussen ... en ... midden in de nacht.
A
2 en 5 uur
B
4 en 5 uur
C
1 en 8 uur
D
3 en 6 uur
Slide 14 - Quiz
welke woorden ga je
onthouden?
onthouden?
Slide 15 - Carte mentale
Kies één van de mensen op de foto. Wat horen ze? Wat zien ze?
Wat denken ze? Wat voelen ze?
Wat denken ze? Wat voelen ze?
