3B week 4 NL les 1
3C week 4 NL les 1
In de vorige les(sen) heb je voor jouw betoog:
1. Een onderwerp gekozen - Een stelling bedacht - De inleiding geschreven (anekdote, voorbeeld, cijfers) - Een eerste argument bedacht met een uitleg en eventueel voorbeeld.
2. Startopdracht: Schrijf nu een nieuw argument die past bij jouw standpunt. Je begint met een nieuwe alinea en geeft een argument met een uitleg en een voorbeeld.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 minÉléments de cette leçon
3C week 4 NL les 1
In de vorige les(sen) heb je voor jouw betoog:
1. Een onderwerp gekozen - Een stelling bedacht - De inleiding geschreven (anekdote, voorbeeld, cijfers) - Een eerste argument bedacht met een uitleg en eventueel voorbeeld.
2. Startopdracht: Schrijf nu een nieuw argument die past bij jouw standpunt. Je begint met een nieuwe alinea en geeft een argument met een uitleg en een voorbeeld.
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- Onderscheid maken tussen standpunt, argument, tegenargument en weerlegging
- Begrijpen wat tegenargumenten en weerleggingen zijn.
- Het herkennen van argumenten en een weerlegging
- Leren hoe je effectief tegenargumenten kunt formuleren.
- Oefenen met het weerleggen van tegenargumenten.
- Je kunt een betoog schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Signaalwoorden voor tegenargumenten
Signaalwoorden voor tegenargumenten zijn woorden die een tegenstellend verband aangeven.
Ze worden gebruikt om een argument of een standpunt te weerleggen of te nuanceren.
Voorbeelden van signaalwoorden voor tegenargumenten zijn:
maar, echter, toch, wel
hoewel, ondanks, weliswaar, ofschoon
integendeel, daarentegen, tegenover
in tegenstelling tot
aan de ene kant … aan de andere kant
Slide 3 - Diapositive
Betoog
Een betogende tekst heeft de volgende onderdelen:
- Een stelling (inleiding)
- Argumenten voor de stelling (middenstuk 1)
- Een tegenargument (middenstuk 2)
- Een weerlegging van een tegenargument (middenstuk 2)
- een conclusie (slot)
Slide 4 - Diapositive
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
Slide 5 - Diapositive
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je sneller bent afgeleid
Slide 6 - Diapositive
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je sneller bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Slide 7 - Diapositive
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je sneller bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden
Slide 8 - Diapositive
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je sneller bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden
Standpunt
Argument
Tegenargument
Weerlegging
Slide 9 - Diapositive
Tegenargument en weerlegging
Slide 10 - Diapositive
argumenten herkennen?
Lees het voorbeeldbetoog over smartphones op school
Noem bij elke alinea het argument (of tegenargument.
Schrijf het achter: (tegen)argument
Markeer het argument in de tekst
Slide 11 - Diapositive
Ga nu bij elkaar zitten
Steek je hand op als dit jouw onderwerp is:
- vuurwerk
- vapen
- voetbalrellen
- alcoholgebruik onder jongeren
- Neem nu de argumenten uit alinea 2 met elkaar door (argument voor) en bedenk een tegenargument + weerlegging
- Denk aan het voorbeeld!
Slide 12 - Diapositive
Lezen
Nu nog leeskilometers maken en de volgende les starten met boekopdrachten.
Alle digitale keuze-opdrachten doe je in een W_uur Media!
