Kapitel 5 - Lektion 4

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Lektion 4!

De afbeelding is de hint

Grammatik D: Trappen van vergelijking (Komperation) 

Stellende trap = Positiv

Vergrotende trap = Komperativ

Overtreffende trap = Superlativ

Positiv --> woord

Komperativ --> woord + er

Superlativ --> am + woord + (e) sten

klein

kleiner

am kleinsten

Uitzonderingen

Bijvoegelijke naamwoorden die eindigen op een –d / -t / -s klank of een klinker--> krijgen een extra –e bij de overtreffende trap.

neu neuer am neuesten (nieuw)

breit breiter am breitesten (breed)

hübsch hübscher am hübschesten (knap)

Nog meer! 

Bijvoegelijke naamwoorden met een klinker a, o, u en met één lettergreep krijgen een Umlaut.

alt älter am ältesten

groß größer am größten

hoch höher am höchsten ( Seite 82)

Onregelmatig! 

gern lieber am liebsten

oft / häufig öfter / häufiger am häufigsten

gut besser am besten

viel mehr am meisten

Vergelijkingen

Stellende trap:

Er ist genauso groß wie sie : Hij is even groot als zij

Vergrotende trap:

Er is größer als sie : Hij is groter dan zij.

Overtreffende trap:

Er ist am größten: Hij is het grootst. 

Du bist __________

1. klein
2. kleiner
3. kleinst

Er ist het knapste

1. am hübschsten
2. am hübschesten

Vul de zin aan:
schnell; Der Kängaru ist ...... , der Bock ist ..... (+), aber der Gepard ist ...... (++)

Vul de zin aan:
Warm; Der Kuchen ....... Lakritz ist ..... (+), aber der Milkschake ist am ...... (++)

Vul de zin aan: Schön; Dieses shirt ist ...... Die Hose ist .... (+), aber die Schuhe sind am .... (++)

Vul de zin aan:
nieuw; Nicks Handy ist ...... . Leons Handy ist ...... (+), aber sems Handy ist am .......