5a di 22

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Welk woord betekent :
inbegrepen?

1. sauf
2. inclus
3. sans
4. excepté

Over tien jaar

1. dans dix ans
2. sur dix ans
3. par dix ans
4. à travers dix ans

le nombre augmente

1. het aantal neemt af
2. het aantal is stabiel
3. het aantal neemt toe
4. het aantal wisselt

les pays occidentaux

1. de oosterse landen
2. de arabische landen
3. de westerse landen
4. Scandinavie

Elle se tait

synonyme?

1. Elle prend la parole
2. Elle est silencieuse
3. Elle s' entraîne
4. Elle est bavarde

Quel est son surnom?
Wat is zijn/haar....?

1. Voornaam
2. Bijnaam
3. Achternaam
4. Doopnaam

Quel est le mot négatif?

1. le bonheur
2. le courage
3. la réussite
4. la paresse

beweren

gerust-

stellen

uitleggen

bevestigen

voorbeelden geven

affirmer

rassurer

expliquer

confirmer

illustrer

na het signaalwoord bref
komt een

1. reden
2. voorbeeld
3. tegenstelling
4. conclusie

Na het signaalwoord
ainsi
komt een

1. voorwaarde
2. voorbeeld
3. opsomming
4. conclusie

Il n' a pas réagi?
autrement:

1. N' a-il pas réagi?
2. N'a-t-il pas réagi?
3. N'est-ce qu'il n' a pas réagi?
4. Alle drie onjuist

Où (..?..) habite-il?

1. niks
2. est-ce que
3. est-ce qu'