Meervoud / voorzetsels van plaats

Welcome to the English classroom!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome to the English classroom!

Slide 1 - Diapositive

What are we going to do today?
  • What have you learned last lesson?
  • Today's goal
  • Grammar 'Meervoud'
  • Grammar 'Voorzetsels van plaats'

Slide 2 - Diapositive

What have you learned last lesson?

Slide 3 - Question ouverte

Today's goal
Today's goal is that you know how and when to use 'Plurals' and the 'prepositions of place'.

Slide 4 - Diapositive

Meervoud

Slide 5 - Carte mentale

Grammar - meervoud
  • Meervoud is wanneer er ergens 2 of meer van zijn - bv. 1 auto - 3 auto's

  • Basisregel: in het Engels plak je de -s eraan vast, dus: 1 car - 3 cars

Slide 6 - Diapositive

Uitzonderingen Meervoud
  • Eindigt een woord op een sis-klank (s/ch/sh/x) dan komt er   -es achter, dus: 1 church - 4 churches
  • Eindigt een woord op een -y dan verandert het meervoud in -ies, dus: 1 lady - 3 ladies
  • Eindigt een woord op een -o, dan maak je het meervoud door -es, dus: 1 tomato - 6 tomatoes
  • Eindigt een woord op een -f klank, dan wordt het meervoud -ves, dus: 1 half - 8 halves

Slide 7 - Diapositive

Vul in: 1 boy - 5 ....

Slide 8 - Question ouverte

Vul in: 1 dog - 10 ....

Slide 9 - Question ouverte

Vul in: 1 wife - 5 ....

Slide 10 - Question ouverte

1 box - 4 ....

Slide 11 - Question ouverte

1 baby - 25 ....

Slide 12 - Question ouverte

Vul in:
1 potato - 3 ....

Slide 13 - Question ouverte

Voorzetsels van plaats

Slide 14 - Carte mentale

Voorzetsels van plaats

Slide 15 - Diapositive


Prepositions of place

Slide 16 - Diapositive

Place the prepositions to the house!
in
above
behind
in front of
next to

Slide 17 - Question de remorquage

Fill in the prepositions of place:

Do you take sugar __ your coffee?
A
at
B
on
C
in
D
among

Slide 18 - Quiz

Fill in the prepositions of place:

There was a boy ____the window.
A
at
B
in
C
on
D
between

Slide 19 - Quiz

Fill in the prepositions of place:

The bone is ____the two dogs.
A
among
B
at
C
on
D
between

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
LET OP: komend weekend ga ik de 3 opdrachten nakijken:
1. Leesverslag
2. Boom Chicago
3. Integratiewerkkaart les 1 + les 2
Voor alle 3 de werken krijg je een punt, niet ingeleverd in It's learning? Dan heb je een 1.....

Slide 21 - Diapositive