M3A

Ontwikkelingspyschologie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Ontwikkelingspyschologie

Slide 1 - Diapositive

ontwikkelingspschologie

Slide 2 - Carte mentale

Voorwaarden voor een veilige hechting
Er zijn maar enkele mensen die het kind opvoeden en verzorgen.
Er moest sprake zijn van responsief gedrag bij de vaste ouders/opvoeders.
Opvoeders moeten voorspelbaar reageren.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Embryo 
  • Eicel en zaadcel.
  • Eerste week. 
  • Na 8 weken noemen we het.

Slide 5 - Diapositive

Ontwikkelingsgebieden 
Lichamelijke ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling 
Sociale ontwikkeling 
Persoonlijkheidsontwikkeling
Emotionele ontwikkeling
Creatieve ontwikkeling 
Seksuele ontwikkeling

Slide 6 - Diapositive

Na hoeveNel dagen komt de bevruchting in de baarmoeder.
A
Na 4 dagen
B
Gelijk na de bevruchting
C
Na een week
D
Na 3 weken

Slide 7 - Quiz

Drie processen die zorgen voor vooruitgang.
Ontwikkelen wil zeggen dat er sprake is van een verandering(voor- of achteruitgang)
Bij vooruitgang zijn hier onderstaande drie processen.
groeiprocessen 
leerprocessen
rijpingsprocessen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Welke Van de factor hoort niet erbij.
A
Interne factoren
B
Zelfbepaling
C
Externe factoren
D
Belangrijk factoren

Slide 10 - Quiz

Ontwikkelingsdomeinen
Ontwikkelingsdomeinen zijn de onderdelen van ontwikkelingsgebieden die organisaties in het pedagogisch werk volgen bij een kind of jongens.
Denk aan schrijven en lezen op de basisschool.
Per ontwikkelingsdomein zijn er doelen waaraan gewerkt wordt.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Zintuigelijke ontwikkeling
Zien
Horen
Ruiken
Voelen 
Proeven

Slide 13 - Diapositive

Mororische ontwikkeling
18 maand los lopen .
Als opvoeder let je veel op veiligheid.
Vooral grove motorische ontwikkeling zichtbaar.
Lopen, klauteren, klimmen, spelen met een bal.

Slide 14 - Diapositive

Wat is een motorische ontwikkeling?
A
Moment wat een kind meemaakt.
B
Wat een kind nog niet beheerst.
C
In een bepaalde periode wat een kind zich ontwikkelt.
D
Wat een kind nog moet ontwikkelen.

Slide 15 - Quiz

Groeiende hersenen
Van alle lichaamsdelen groeien de hersenen het snelst.
Bij een 2 jarige zijn de hersenen al bijna driekwart van het gewicht en grootte van de hersenen van een volwassen.
Gezond eten.
Voldoende slapen.
Voldoende bewegen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Factoren die de ontwikkeling bepalen.
Interne factoren: aanleg, erfelijk, materiaal, uiterlijke kenmerken.
Externe factoren: directe omgeving, media, culturele invloeden, de maatschappij.
zelfbepaling: richting geven aan je eigen ontwikkeling.

Slide 18 - Diapositive