Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
4 vragen
hierna volgen 4 vragen. Spel de werkwoordsvormen juist in de zinnen. Let goed op in welke tijd je dit moet doen: tegenwoordige tijd (tt), verleden (vt) of voltooide tijd (vd).
Slide 3 - Diapositive
Lionel Messi (stichten, vt) veel verwarring bij de verdediging van de tegenstander.
Slide 4 - Question ouverte
Jij (raden, tt) het antwoord nooit!
Slide 5 - Question ouverte
Heeft hij dat filmpje echt op YouTube (plaatsen, vd)?
Slide 6 - Question ouverte
Niemand weet wat er precies (gebeuren, vd) is met de vrouw die een vuurwerkbom in haar capuchon kreeg.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
De leraar (geloven, t.t) die leugens toch niet?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Hij (verwachten, v.t.) niet dat de leerlingen de toets zouden vinden.
Slide 14 - Question ouverte
Tante Yvonne (wandelen, vt) altijd heel graag met haar hondje Turbo.
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Vanuit een woonhuis (worden, tt) de dader al een tijd (bespieden, v.d.) .
Slide 17 - Question ouverte
Ik ben toen ik klein was vaak door mijn kat (krabben, vd).
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Mijn broertje moest betalen voor de (breken, vd als bn) ruit.
Slide 23 - Question ouverte
De (verwoesten, vd als bn) voorgevel werd gelukkig vergoed door de verzekering.
Slide 24 - Question ouverte
Wat doen we vandaag?
- Vlog bespreken
- instructie Engelse werkwoorden
- zelfstandig aan de slag
Volgende week zijn er uitlegtafels over werkwoordspelling en grammatica
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Halverwege werd nog de snelste tijd (timen, v.d.) , maar hij (finishen, v.t.) als laatste.