2021-2022 Communicatie L1-P2-L6

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent
donnie
A
10 euro
B
50 euro
C
100 euro
D
1000 euro

Slide 2 - Quiz

Wat betekent
Djalla
A
Iemand die geen geld heeft
B
Iemand die onzin praat
C
Iemand die een sukkel is
D
Iemand die school haat

Slide 3 - Quiz

Wat betekent
Barkie
A
100 euro
B
1000 euro
C
iemand die niet '100' is
D
200 euro

Slide 4 - Quiz

Wat betekent
Ibahesh
A
broer
B
dokter
C
docent
D
politie

Slide 5 - Quiz

Wat betekent
Froes
A
blij
B
boos
C
dronken
D
vrolijk

Slide 6 - Quiz

Wat betekent
Doekoe?
A
winkel
B
meisjes
C
geld
D
vader

Slide 7 - Quiz

Wat heb je met
welloe doekoe?
A
Geen geld
B
Nieuw geld
C
Veel geld
D
Zwart geld

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van
Faka?
A
Heb je geld?
B
Wat goed!
C
Wat slecht!
D
Hoe gaat het?

Slide 9 - Quiz

Welke stad wordt er bedoeld met
Agga?
A
Amsterdam
B
Haarlem
C
Rotterdam
D
Den Haag

Slide 10 - Quiz

Welke stad wordt er bedoeld met
Damsko?
A
Amsterdam
B
Haarlem
C
Rotterdam
D
Den Haag

Slide 11 - Quiz

Wat betekent
Driller
A
iemand die snel is
B
iemand die met een mes loopt
C
iemand die weinig aan school doet
D
iemand die overal heen gaat

Slide 12 - Quiz

Wat betekent
Floes
A
dierentuin
B
boos
C
geld
D
vrolijk

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

ACTI voorwaarden
  • Affectieve voorwaarde: spreken, gebaren, handelingen hebben voor beide partijen dezelfde emotionele betekenis
  • Cognitieve voorwaarde: beide partijen moeten ongeveer op hetzelfde kennisniveau zitten
  • Technische voorwaarde: beide partijen moeten dezelfde taal beheersen
  • Interpretatieve voorwaarde: beide partijen moeten dezelfde uitleg geven aan een boodschap



Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Is straattaal een verbastering van de Nederlandse taal of juist een verbetering?
verbastering
verbetering

Slide 22 - Sondage

Opdracht
Schrijf een tekstje in straattaal. Je mag zelf weten aan wie, als je het ook maar naar mij stuurt. 
Je mag zelf weten waar het over gaat. 

Gebruik  www.straatwoordenboek.nl  als je er niet uit komt.

Slide 23 - Diapositive