Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Straattaal vs. schooltaal
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je wat
- straattaal is
- waarom je straattaal niet op school mag gebruiken
- weet je wat schooltaal is
- waarom schooltaal belangrijk is
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent het woord 'wakka'? #straattaal
A
lopen
B
liedje van Shakira
C
danspas
D
high five
Slide 3 - Quiz
Wat betekent het woord 'agga'? #straattaal
A
Den Haag
B
vreemdgaan
C
stoer lopen
D
sneaker
Slide 4 - Quiz
'Vriend' in straattaal is?
A
Sahbi
B
Habibi
C
Mattie
D
Yemmesh
Slide 5 - Quiz
Wat betekent het woord 'planga'? #straattaal
A
blanke man
B
bril
C
gaspedaal
D
snel rijden
Slide 6 - Quiz
Wat is straattaal?
A
officiële taal gesproken onder de jongeren waarin meerder etnische woorden worden gebruikt
B
een jongerentaal
C
multi-etnische taal die gesproken word onder de jongeren
D
een officiële taal die is ontstaan door Rene appels
Slide 7 - Quiz
Wat betekent het woord 'barkie'? #straattaal
A
blaffen
B
50 euro
C
blikje
D
100 euro
Slide 8 - Quiz
Wat betekent het woord 'doekoe'? #straattaal
A
doeken
B
feest
C
geld
D
auto
Slide 9 - Quiz
Straattaal: Wat is een ''waggie''?
A
Auto
B
Poging
C
Snoepje
D
Iemand aan zijn onderbroek ophangen
Slide 10 - Quiz
Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000
Slide 11 - Quiz
Wat betekent de volgende zin?
"Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!"
A
Dat feest duurde tot zo laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!
Slide 12 - Quiz
Straattaal
Straattaal is een vorm van jongerentaal. Het is een mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat. Dus is straattaal een multi-etnische taal die gesproken word onder de jongeren.
Slide 13 - Diapositive
Opdracht
Bekijk het filmpje op de volgende slide.
Wat zeggen deze bejaarden nu eigenlijk? Maak zelf een ondertiteling bij deze reclame in het AN (algemeen Nederlands)
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Welke straattaal
woorden ken je?
Geef ook de betekenis
Slide 16 - Carte mentale
Algemeen Nederlands
Het ABN (algemeen beschaafd Nederlands)
www.woordenlijst.org
Gebruik op scholen, bij instanties en organisaties en in formele situaties
Slide 17 - Diapositive
Schooltaal
* Schooltaal is een andere 'taal' dan spreektaal/straattaal. Denk aan woorden als: noteren, formuleren, argument, limiet, paragraaf, citeren
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Wat betekent ABN?
A
Algemeen Bijzonder Nederlands
B
Algemeen Basis Nederlands
C
Algemeen Beschaafd Nederlands
Slide 20 - Quiz
Hoe noemen we de algemene taal in Nederland nu?
A
ABN
B
Algemeen Nederlands
Slide 21 - Quiz
Noem een straattaal en koppel daaraan een AN woord.
Slide 22 - Carte mentale
Welke taal spreken wij?
Op school spreken we dezelfde taal, namelijk AN. Dit houdt in dat wij geen straattaal spreken en als we dat doen worden we aangesproken. Dit kan door elke docent gedaan worden. De ruimte waarin we bevinden maakt hierbij niet uit (dus ook in de pauze!).
Slide 23 - Diapositive
Opdracht
Maak een poster waarin je laat zien dat straattaal niet gewenst is en schooltaal wel.