Up2 30-9-2021, haben und sein

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Regeln in der Klasse

• Luister naar elkaar! Als er iemand praat, is de rest stil.
• Geen mobiele telefoon
• Respect voor elkaar, geen gescheld/geduw
• Altijd laptop meenemen
• Tas, naast jou op de grond
• Geen voeten op stoelen of tafels

Was lernt ihr heute?

   

De werkwoorden sein, haben, werden

    Je kunt deze werkwoorden in een zin gebruiken.

Was machen wir heute?

1. werkwoord haben

2. werkwoord werden

3. duzen und Siezen, Seite 37

Hausaufgaben

Mittwoch 6. Oktober

Lernliste Niederländisch - Deutsch, B, Seite 60
linke Reihe (rijtje links)

das Verb "haben"

hebben

Het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

das Verb "werden"

worden

zullen

werden

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

werde

wird

wirst

werden

werdet

werden

Wat betekent "haben"

1. worden
2. hebben
3. zijn

vertaal: jij hebt

1. du habst
2. du hebt
3. du hast

werden heeft in het Nederlands 2 betekenissen, welke?

1. zijn, worden
2. worden, zullen
3. worden, hebben
4. zijn, hebben

Duzen und Siezen

Lees de tekst op bladzijde 37

vul de tabel in (vraag 2)

Afsluiting

Habt ihr noch Fragen?

Als de timer loopt, kunnen jullie inpakken.

Bis zum nächsten Mal