5havo leesvaardigheid P3-I
1 / 13
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Tourisme de masse vraag 26: waar praat de auteur NIET over in de 1e alinea?
A
Over hun verschijning (uiterlijk).
B
Over hun motief (reden) om op vakantie te gaan.
C
Over hun aantal (hoeveel het er zijn).
D
Over hun koopkracht (hoeveel ze te besteden hebben).
Slide 3 - Quiz
Tourisme de masse vraag 27: typ je antwoord.
Slide 4 - Question ouverte
Tourisme de masse vraag 28: wie verdient het meeste geld aan het toerisme volgens alinea 3?
A
De lokale bevolking.
B
De reisagenten.
C
De investeerders.
D
De gastlanden.
Slide 5 - Quiz
Tourisme de masse vraag 29: typ je antwoord.
Slide 6 - Question ouverte
Comment la pub nous séduit vraag 30:
A
Reclame heeft veel succes bij volwassenen.
B
Reclame is vooral bedoeld voor rijke mensen.
C
Vooral vrouwen vinden reclame fijn.
D
Reclame is op een specifieke doelgroep gericht.
Slide 7 - Quiz
Comment la pub nous séduit vraag 31: Waartoe dient de 2e alinea (m.a.w. wat is het doel van deze alinea?)
A
Uitleggen dat sommige slogans grappiger zijn dan andere.
B
Uitleggen dat de slogans van Nike succesvoller zijn dan die van Dior.
C
Aantonen wat de karakteristieken (kenmerken) zijn van een goede slogan.
D
Om de doeltreffendheid van sommige slogans te relativeren.
Slide 8 - Quiz
Comment la pub nous séduit vraag 32: Welk woord past in de 3e alinea?
A
gevaarlijk
B
dominant (overheersend)
C
genant (beschamend)
D
perfect
Slide 9 - Quiz
Comment la pub nous séduit vraag 33: typ je antwoord.
Slide 10 - Question ouverte
Comment la pub nous séduit vraag 34: Welk woord past in de laatste alinea?
A
Daarom
B
Overigens (daar komt bij)
C
Zelfs
D
Echter (toch, maar)
